vrijdag 27 april 2012

361. Je moet niet gaan knoeien, vind ik

Door de wanprestatie van Diederik Samsom (wiens aanstelling als fractievoorzitter ik een even grote fout vond als de aanstelling van Spekman als partijvoorzitter; Diederik is misschien een goed kamerlid, maar hij kan niet eens een zin waarin twee c’s voorkomen correct uitspreken. Een veel betere keus was natuurlijk Ronald Plasterk geweest, die, in tegenstelling tot Diederik, welbespraakt, galant en ook slim is, en die uiteraard zichzelf wel had uitgenodigd om bij die gesprekken aanwezig te zijn, en die met vrijwel hetzelfde pakket zou hebben ingestemd. Lees ook wat Vermeend, Peper en Asscher erover hebben gezegd) door de wanprestatie van Samsom is de PvdA nu een tweederangs SP geworden. Ze staan aan de kant, ze zijn geen bestuurspartij meer.
De vraag is nu of er nog wel verkiezingen nodig zijn, want de rest van de termijn kan gemakkelijk worden volgemaakt door de vijf begrotingspartijen. Als ze toch maar besluiten op 12 september verkiezingen te houden, dan zal de PvdA ongemeen harde klappen krijgen. De volgende regering zal bestaan uit VVD, CDA, CU, D66 en GroenLinks. Het midden van het politieke gezelschap, met andere woorden, waar normaal gesproken de PvdA ook toe hoort. Maar ze hebben het verkloot. Het is een treurig feit, want ik ben wel geen lid van de PvdA – ik ben van geen enkele club lid – maar ik heb er mijn hele leven op gestemd. Niet omdat ik arm ben (ik ben arm, donaties worden ingewacht), maar omdat ik het altijd verstandig heb gevonden om een regering iets links van het midden te hebben. Matiging, daar blijft de tent van overeind staan, heb ik altijd gezegd.
Waarop moet ik nu stemmen? Ik overweeg sterk om GroenLinks te gaan stemmen. Schande Jolande moet geholpen worden, ze heeft tenslotte enkele schandalige maatregelen zoals de griffierechten, de PGB en de GGZ-kosten (gedeeltelijk) teruggedraaid. Dat heeft zij geflikt en niemand anders. Daarvoor moet ze beloond worden.
Als nu maar genoeg vroegere PvdA-stemmers er zo over denken, dan is het resultaat straks: links de SP en een klein partijtje PvdA met een zetel of tien. Rechts: de VVD en de SGP. Opgeheven zal over vier jaar de PVV worden. De rest in het midden, en zij vormen ook de regering, samen met de VVD. Die zullen zich wel inhouden met hun rechtsigheid, want daar hebben ze geen steun meer voor.
Het is jammer, PvdA, maar dat krijg je ervan als je gaat zitten knoeien.

woensdag 25 april 2012

360. Het enige dat erop zit

Normaal gesproken sta ik ’s ochtends op. Hoe ik me dan voel? Je hoort wel dat er ochtend- en avondmensen bestaan (zoals er ook mensen zijn die de hele week naar het weekend toeleven), maar ik heb daar nooit last van gehad. Ik ben ’s ochtends niet miezeriger dan ’s avonds. Ik kan een stukje als dit de gehele dag door maken.
Laat ik eens de dag van vandaag, woensdag 25 april 2012, beschrijven. Ik nam na het opstaan om 8.15 uur eerst een kop koffie, om echt wakker te worden en om te beseffen wat de dingen des daags zouden zijn. Ik keek in mijn VARA Gids en zag dat ik de televisie wel op Eurosport kon laten staan: vrijwel de hele dag zou er snooker te zien zijn (Day heeft gewonnen met 10-9 van Ding, Trump heeft met 10-7 gewonnen van Dale, in een slechte wedstrijd). Voor snooker mag u me altijd wakker maken.
Ik zette mijn laptop aan, ik werk met Google Chrome als browser, en zette zoals elke dag achtereenvolgens Gmail, Google Reader, Facebook, Nurks, BBZ en YouTube neer. Ik deed de koptelefoon op mijn hoofd, zocht op YouTube de laatste zes sonates van Haydn op (dat weten veel mensen niet: dat Glenn Gould veel meer heeft gespeeld en opgenomen dan Bachwerken) en het genieten kon een aanvang nemen. De buurvrouw van de overkant ziet me soms zitten en als ze me tegenkomt op straat zegt ze: ‘Jezus! Hoe jij zit te dirigeren!’ Ik weet dat niet, ik heb er geen erg in.
Ondertussen keek ik op Gmail of er nog post voor me was. Meestal is er een mailtje van Jan Kroeze, die het vast niet erg vindt dat ik zijn naam noem, en vanochtend was er ook de verheugende mededeling dat K.P., van wie ik niet weet of ik haar naam zomaar mag noemen, mij tot Facebook-vriend had genomen. Ik had gisteren namelijk haar fotootje gezien en ik vond dat ze een vertrouwenwekkende kop had, dus we praatten wat over en weer, ze aarzelde, maar ze vindt het nu toch wel een goed idee (!).
Daarna keek ik of er nog iets te doen was op Facebook, ik herlas mijn stukje op Nurks nog eens, knikte weltevreden, en ging mijn Google Reader doornemen. Zou mijn inschatting juist zijn dat er een golf van opluchting door Nederland is gegaan, nu dat kabinet kapot is? Terecht!
Daarna ging ik boodschappen doen, ik woon in het midden van het centrum van Egmond aan Zee, dus vlakbij de C1000, en het enige dat er nu nog opzit is u het recept geven van de heerlijke tomatensoep die ik vanmiddag heb gemaakt. Daar gaat ie.
Kook in een halve liter water waarin u een blokje rundvleesbouillon heeft opgelost, ongeveer 100 gram runderpoulet. Dat duurt ongeveer 3 uur. Ik doe er om het uur een kopje water bij. Na die drie uur voeg je aan het geheel een halve liter gezeefde tomaten toe  (die kosten 29 eurocent, dus je moet niet gaan knoeien, vind ik, met echte tomaten). Voeg ook een zakje soepgroenten toe. Laat het nog 10 minuten koken. Voeg op het laatst nog het kleinste blikje bruine bonen toe, én: de in stukjes gesneden ananasschijven (60 eurocent) plús het ananassap uit dat blikje. Uw soep is nu klaar en u wilt meteen wel twee kommen, zo lekker is hij.

dinsdag 24 april 2012

359. Een toestand van verval

Ook in Dirkswoud, dat zult u wel verstaan, begint de crisis om zich heen te grijpen. Vooral het midden- en kleinbedrijf hebben er last van, want die zitten ook in Dirkswoud ‘op een groeiverwachting die de nul percent niet zal overstijgen’, zoals plaatselijk econoom D. Varkensvisser het uitdrukt. ‘De mensen houden de vinger aan de pols en de hand op de knip,’ zegt hij, ‘en mede daardoor kunnen bedrijven niet over hun schaduw heenspringen.’
Er lijkt een kern van waarheid in zijn analyse te zitten. Neem nu Fromangerie André Tervoort, zeer gunstig gelegen aan de Oosterzij te Dirkswoud. André (die eigenlijk Aad heet) zegt over deze crisis: ‘We hebben zeven goede jaren gehad, nu zitten we in de zeven magere jaren. We kunnen onze uitgelezen kaassoorten en fijne vleeswaren aan de straatstenen niet kwijt. Ons notenassortiment blijft ook op de plank liggen. Onze bonbons verschimmelen. Een rampzalige toestand dus, alles bij elkaar, want de huur van je pand gaat wél door. Ik heb ook al vier jonge, maar veelbelovende krachten moeten ontslaan. Ik doe het hele werk nu samen met mijn vrouw Sjaan. Chantal, bedoel ik.’
En kunt u niet een doorstart maken als cafetaria? Of als eethuis?
‘Dat heb ik inderdaad overwogen, maar je gaat dan meteen drie klassen lager zitten, hè? In de kroketten, of in de patat met appelmoes. Want dat krijg je dan, terwijl we tot nu toe een wat verfijnder soort mensen in onze winkel kregen. Mensen die wat geld overhebben voor hun maag, als ik het zo mag zeggen. Die niet naar de supermarkt gingen voor een paar ons gehakt, maar die hun boulette de hachis bij Tervoort kwamen halen. Terveurt, zeiden ze dan, geef mij er maar twee! Die tijd is voorgoed voorbij, vrees ik.’
Dus het enige dat erop zit, is uw prijzen te verlagen.
‘Ja, maar dat doet een mens niet zo gauw. Als je jarenlang je Cheddar hebt verkocht voor een tientje, en plotseling kost die Cheddar maar vijf euro, dan gaan de mensen toch denken: ik heb jarenlang teveel betaald, ik ben bestolen. Het is dat onze afdeling wijnen nog redelijk draait, want wijn blijft er wel gedronken worden, crisis of niet. Sjaan, Chantal heeft me al gezegd: we moeten een magasin de spiritueux beginnen! Ja, maar dan onze fijne vleeswaren enzovoorts aan de kant gooien? We zitten dus vol twijfel. We houden het nog wel een paar jaartjes vol, al zullen we wel wat moeten beknibbelen op onze reisjes naar de Seychellen. Maar ach ach ach! Die crisis, die weet wat!’

358. Zo liggen nu de kaarten

Een stemadvies. Na de verkiezingen zullen de stemverhoudingen er in de Tweede Kamer ongeveer zo uitzien: huidige combinatie VVD-CDA-PVV haalt hoogstens 60 zetels; ‘linkse’ combinatie haalt 80 zetels. Volgende regering kan dus worden: PvdA-SP-D66-GL. Dat lukt alleen als D66 wil en als de PvdA het wil. Maar die willen niet, dus moet er meer een centrumregering worden gevormd: ideaal zou zijn PvdA-VVD-D66. Dat lukt alleen als de VVD grote schoonmaak houdt en het wil. Maar misschien wil de VVD dat niet want ‘we hebben zo fijn geregeerd met het CDA’. Ik ga er bij deze berekeningen even van uit dat de PvdA de grootste partij in de Tweede Kamer wordt.
Wat als de SP de grootste wordt? Dan moet het een links kabinet worden, wat D66 en eigenlijk ook de PvdA niet willen. Dus u moet niet gaan stemmen op de SP, al is het maar uit tactische overwegingen. Geef die stem maar aan de PvdA.
Als de VVD de grootste partij wordt, hebben ze eigenlijk maar één keus: met de PvdA regeren. Die moet willen. En die willen gerust met de VVD regeren, ze hebben het onder Kok ook voortreffelijk samen kunnen vinden, er is geen reden om dat niet te herhalen. Haal D66 erbij en we zijn klaar.
De VVD kan ook samen met het CDA willen regeren. Daar is geen kans op, de PvdA zal het niet toestaan. Want het CDA verkeert in een toestand van verval. Het is wachten op een samengaan van de christenhonden van CU, SGP en CDA, het is wachten op het stoppen van de christelijke politiek. Ik zeg tweemaal hetzelfde.
De enige kans dat het CDA nog iets te vertellen zal krijgen, zal zijn als ze zichzelf gaat ‘verklinken’. Dus: Verhagen, Leers, Bleker, Buma Haersma en ander tuig eruit gooien en vervangen door normale mensen.
Ideaal zou zijn, ik zei het net al, PvdA-VVD-D66. Helemaal ideaal zou zijn: een premier van PvdA-huize. Kijk, Rutte mag van mij ook wel premier worden, hoor, want ik vergeef hem de spelletjes met Wilders wel. Maar als hij premier wordt, dan graag niet meer de lachende premier. Kan dat, Mark? Okay. Want om nu een twee drie een PvdA-premier te vinden... Samsom lijkt me niet de juiste figuur voor dat beroep.
U ziet wel: dit is een inschatting van de politieke zaken van PvdA-zijde bekeken. Ik heb mijn hele leven op de PvdA gestemd en zal dat ook zeker de volgende keer weer doen.

zaterdag 21 april 2012

357. Je moet wat zeggen

Het belangrijkste nieuws van vandaag was wel dat Stephen Hendry er een 147 inschoot tijdens het W.K. Snooker te Sheffield, maar een goede tweede was toch dat het kabinet is gevallen.
Twee dagen na de laatste verkiezingen, in juni 2010, overleed de liefde van mijn leven. Ze heeft gelukkig de politieke rampspoed niet meer hoeven meemaken. Ik heb die wel meegemaakt terwijl ik aan het rouwen en verwerken was (‘krijg je ook nog eens zo’n kabinet, een stelletje christenhonden trouwt met de poen,’ reageerde ik). Maar nu is mijn rouwperiode wel voorbij: ik heb er vanmiddag eentje op gedronken. Gewoon uit optimisme.
Dat kabinet had er ook nooit moeten komen, natuurlijk. Een protestpartij als gedoger, dat kan nooit goed gaan. Wel is het een fijn feit dat het CDA zo ongeveer gehalveerd is en niets meer te vertellen heeft, en waarschijnlijk ook nooit meer iets te vertellen zal hebben. Good riddance! Maar dat is ook het enige positieve dat ik kan ontdekken van de laatste anderhalf jaar. Maxime, opdonderen met je rotzooi!
Ik zag vanmiddag de heren Rutte en Verhagen verbouwereerd reageren: we waren bijna klaar, en dan doet Wilders zoiets! Hij laat ons in de steek! Ja jongens, jammer hè? Wilders verklaarde even later dat de ouderen in hun portemonnee gepakt zouden worden met de plannen. Iets waarover hij zich nooit eerder druk had gemaakt. Je moet wat zeggen, luldraf, maar wie er nu nog gaat stemmen op jouw PVV, die is gestoord.
Waar gaan die ongeveer 25 kamerzetels (van het CDA, van de PVV en van Groen Links) naar toe? Mijn voorspelling: een groot deel van die 25 zetels gaat naar de PvdA, die dan ook de grootste partij zal worden. Dat zou trouwens ook wel goed zijn, want de PvdA is altijd goed in crisisbestrijdingen geweest.
Met wie zullen ze de regering vormen? Dat is heel eenvoudig: met VVD en D66 en eventueel Groen Links. Niet met de SP erbij, want dat is net zo’n onzeker zootje als de PVV. Het moet met andere woorden weer een paars kabinet worden, want dat kan rekenen niet alleen op een ruime meerderheid in de kamer, maar ook op een ruime mate van genegenheid in den lande, en dat heb je nodig in crisistijd.
Noodzakelijk is wel dat de VVD zich even héél bescheiden opstelt. Je eerst encanailleren met Wilders en daarna weer op de trom slaan, dat gaat niet, jongens. Je kunt kiezen: de SP of jullie in de regering. Zo liggen nu de kaarten.

woensdag 18 april 2012

356. Een schone taak voor het lager en middelbaar onderwijs

Anders Breivik zegt tijdens zijn proces: ‘Ik wil graag die mensen bedanken, zonder wiens steun de uitvoering van mijn project tot stilstand zou zijn gekomen.’ Het is best mogelijk dat meneer Breivik zo’n zinnetje nog eens zal uitspreken, hij is er tenslotte psychopathisch genoeg voor. Maar daar gaat het me niet om. Mij gaat het hierom: hebben we hier humor te pakken, of niet?
Ik zeg: wel degelijk. (Je kunt er als Hollandse cabaretier nog van maken: ‘Mijn naam is Anders, en ik wil graag etc.’ Het heeft niet mijn voorkeur. Zo ziet u maar weer eens hoe de humoristen het onderling niet altijd eens zijn.)
Het is een zinnetje dat ook uitgesproken had kunnen worden door een botenbouwer, bij de tewaterlating van een schip. Want Philip Bloemendaal van het Filmjournaal komt langs en je moet wat zeggen, en dan zeg je zoiets, hoewel je het voor geen centimeter meent. Je had natuurlijk veel liever gezegd: ‘Dit is het IJ en dat is mijn schip!’, maar dat doe je niet.
Dat project van meneer Breivik was het vermoorden van 75 of 80 mensen, ‘de meest spectaculaire aanslag sinds de Tweede Wereldoorlog’, zoals hij zelf zei. Ik weet dat niet, hoor, ik heb filmpjes gezien over de oorlog in Vietnam, waarbij op één dag een paar honderd Vietnamezen werden vermoord. Het spectaculaire ervan was dat die paar Amerikaanse moordenaars nooit zijn opgepakt en veroordeeld, en dát is pas spektakel. Daar komt nog bij dat Breivik op de dag van de moorden speed had geslikt. Dat moordt wat makkelijker, moet hij hebben gedacht.
Hij heeft er ook nog een lang manifest aan gewijd, met daarin de mededeling dat we in oorlog zijn en dat hij op de voorposten stond om het gevaar af te wenden. Ik geloof niet dat we aan die kletskoek enige aandacht hoeven te schenken: hij wilde gewoon een paar honderd landgenoten afmaken, punt, basta. Hij heeft die landgenoten niet gevraagd naar hun politieke opstelling, hij heeft ze eerst neergemaaid. Dus ik zou het geen politieke moorden willen noemen, maar gewoon: moorden.
Terug naar dat zinnetje. Of hij het ooit zal uitspreken, weet ik niet (u bent uitgenodigd om het in de commentaren op te noemen), want ik lees de kranten niet zo zorgvuldig. Maar zou het niet een goed zinnetje zijn om te gebruiken in de lessen Humor, zoals die (hoop ik) worden gegeven in ons onderwijs? Als Humor nog geen vak is in ons onderwijs, dan zou het dat moeten worden.

maandag 16 april 2012

355. Ik zal het straks nog een keer herhalen

Hoe preken de pastoors? U weet misschien dat ze zelf hun preken schrijven, maar toch preken ze allemaal ongeveer hetzelfde, met twee stijlfiguren: 1. de herhaling, en 2. de (onnodige, soms sappige) adjectiva. Ik geloof dat het ze zo klassikaal geleerd wordt op de seminaries. In elk geval herken je de pastoorspreek al na anderhalve zin.
‘Beminde parochianen.’ Zo beginnen ze een preek en dat beminde is zo’n adjectivum waarvan je weet: je lult uit je nekharen, man. Hij had beter met ‘Dames en heren, jongens en meisjes’ kunnen beginnen, maar dat hoort niet, hebben ze hem op het seminarie wijsgemaakt. Ik vergeet nog dat een derde stijlkenmerk is: de kinderachtigheid van de gehele preek. Ik althans heb nog nooit iets volwassens horen verklaren door een pastoor. Een preek gaat bijvoorbeeld zo.
‘Beminde parochianen. Als Onze Lieve Heer vandaag zou terugkomen op deze aarde, deze heerlijkheid van ons, wat zou Hij hier dan aantreffen? Aantreffen zou Hij een wereldwijde crisis, beminde parochianen. Een wereldwijde crisis die iedereen raakt, soms hard raakt, zoals we in onze eigen parochie ook meemaken. Soms te hard, als ik zie hoe onze ouderen en onze gehandicapte medemensen eraan tenonder gaan. Maar het is ook een crisis in de geloofsbeleving, dat zult u met mij eens zijn. Hoevelen zijn er niet onder ons, die het geloof maar zozo vinden, die soms zelfs helemaal niet meer geloven. Voor wie het Onze Vader een leeg gebed is geworden. Ik hoorde laatst het verhaal van een mevrouw uit onze parochie, die mij vertelde dat zij uitgelachen werd door de hangjongeren in haar straat, toen zij voorstelde om samen het Wees Gegroet te gaan bidden. Wees gegroet, Maria, vol van genade! De jongelui kenden het gebed niet, ze hadden er nog nooit van gehoord, en toen zij haar handen samenvouwde, maakten ze haar belachelijk. Belachelijk uit onkunde. Hier ligt nog een schone taak voor het lager en middelbaar onderwijs! Maar ik daag u uit om in deze sombere tijden, deze tijden van crisis en beroering, ik daag u uit zoals ik mezelf heb uitgedaagd om ook iets positiefs te vinden. Ik denk bijvoorbeeld aan het immense Amazonegebied, waar het prachtige Braziliëland ligt, en waar pater Stefan zulk goed werk doet onder de Chippawa Indianen. In dat uitgestrekte gebied vol overstromingen, meervallen, krokodillen en andere vissoorten, want alles wat God gemaakt heeft, daar barst het van in de Amazone, om de woorden van pater Stefan te gebruiken, in dat gebied dat groter is dan Nederland en België bij elkaar, daar wonen de Chippawa Indianen. En zij leven daar in samenspraak met de natuur, die de schepping is. Volgende week zondag zal pater Stefan hier zelf preken, over de bekering van de Chippawa Indianen tot het Rooms Katholicisme, en ik neem aan dat u gulle gevers zult zijn, zoals onze parochie dat altijd al geweest is. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Amen.’

maandag 9 april 2012

354. Meneer spreekt zonder accent

‘Ik zal mij even voorstellen, gaat u allemaal zitten. Ik ben de DGA van HHH. Wat is een DGA? Ik kwam die afkorting ook voor het eerst tegen in een televisiereclame voor het Zwitserleven Gevoel. DGA betekent Directeur Groot Aandeelhouder,  jawel. Normaal gesproken is iemand die zichzelf een DGA noemt, een onbetrouwbaar sujet. Ik zal u uitleggen waarom dat in dit geval niet zo is. Ik ben namelijk de DGA van HHH, dat wil zeggen: van Help Hoogeboom Hiermee.
Waarmee moet Hoogeboom dan geholpen worden? Wat is het probleem waarmee Hoogeboom worstelt? Dat zal ik u nu uitleggen, dames en heren, het is een voorrecht te spreken voor een zaal vol geïnteresseerden. U bent uit alle hoeken en gaten van ons land hier naartoe gekomen, ik waardeer dat zeer. Houd u er even rekening mee, dat straks in de pauze eerst de oneven rijen en daarna pas de even rijen naar het buffet gaan, voor een kopje koffie of wat etenswaar. Dit om de buffetjuffrouw te ontzien, zij doet dit werk voor het eerst. Dus eerst de oneven rijen, enzovoorts. Ik zal het straks nog een keer herhalen. De hotelhouder heeft me gevraagd dit even op te noemen.
Het is – ja mevrouw?... Nee, u zit op de derde rij, één twee drie, dus u mag zodra ik ‘Pauze’ zeg direct naar het buffet gaan. Wat? Of naar het toilet, inderdaad. O, u wilt daar meteen naar toe gaan! Dat mag, mevrouw, laat die mevrouw er even door, heren. Dan houd ik de zaal nog even bezig met enkele anecdotes, en dan gaan we verder zodra u terugbent.
Over het algemeen zijn de maanden mei en juni in Nederland de droge maanden. Pas in juli valt er weer regen.
Ik heb nooit een boek van Dostojevski of van Dickens helemaal kunnen uitlezen. Dat is me wel gelukt met de andere Russische schrijvers of met bijvoorbeeld Anthony Trollope. Hoe komt dat? Uitgeverij Hoogland & Van Klaveren (ik kan het ook niet helpen, maar zo heten ze echt) heeft in 2005 een deel van Nabokov’s Lectures on Russian literature in vertaling doen verschijnen, en dat deel ging over de hekel die Nabokov had aan Dostojevski. Het is precies zijn hekel die ook de mijne is. In Dostojevski’s boeken regeren de neuroten en de psychopaten. Wat is daar nu zo erg aan, zult u vragen. Op zich niks natuurlijk. Er zijn wel meer boeken met neuroten die elkaar vermoorden of die elkaar beledigen en elkaar vervolgens om de hals vallen. Maar wat Dostojevski zo onleesbaar maakt, dat is dat je weet dat zulke dingen zullen gebeuren vanaf pagina 1 tot en met pagina 850. Dát maakt – ach, daar bent u weer, mevrouw. Gaat u rustig zitten, dan ga ik verder met mijn verhaal.
Waar waren we? Ik zei dat ik de DGA van HHH was.’

donderdag 5 april 2012

353. Een man van stavast

Pastoor Engelbertus van de St. Claraparochie te Dirkswoud zegt het nog maar eens: ‘Dat opgaan van ons katholieken in het CDA, in de jaren zeventig, was een slecht idee. Dat zei ik toen al, dat blijf ik nog steeds zeggen. We hadden gewoon de KVP moeten houden zoals die was: sterk, slim en bestuursbereid, met aansprekende voormannen. Dan zouden we groter zijn geweest dan nu dat hele CDA is, met al die mannenbroeders, die ons toch al nooit geaccepteerd hebben, want katholieken zijn dom en onbetrouwbaar, vinden de protestanten. Kijk eens naar de laatste peilingen: een zeteltje of tien in de Tweede Kamer houdt het CDA over, en dat zullen er beslist ook niet meer worden. Dus wat gaan de mensen denken: ik stem voortaan dan maar op de Gristen Unie, die is bijna even groot en die zeggen tenminste waar het op staat.’
‘Ik bepleit dus de heroprichting van de KVP, die ik een andere naam zou willen geven: de NKV, de Nieuwe Katholieke Voorlopers. Je zoekt een voorman uit de Randstad, dat oogt altijd een stuk beter dan een lulletje uit het zuiden of het oosten van het land. Zo’n wereldlijk mens uit de Randstad heeft moeten vechten voor zijn geloof, vertelt hij in zijn eerste interviews met de landelijke pers, waarin ook opgemerkt wordt dat meneer spreekt zonder accent en met een keiharde G.’
‘Ikzelf zou onmiddellijk de stekker uit dit kabinet halen, en met de katholieke Kamerleden uit het CDA stappen en meteen overstappen op de NKV. Of ikzelf de kar zou willen trekken, vraagt u. Daar moet ik me dan wel toe geroepen voelen. En dat voel ik mij, ik ga niets uit de weg.’
‘Als pastoor van een gemeente vol recente dreigingen van onlusten, vooral van de zijde der jeugdigen, weet ik immers maar al te goed wat er nodig is voor een goed bestuur. Een goed bestuur, weet ik uit de harde praktijk van alledag, is een zalvend bestuur. Dat is de enige manier waarop het in Nederland weer goed kan komen: met een sterke NKV, en wat minder sterke partijen er omheen. Zo maken we het land weer veilig en welvarend: met een goede middenpartij als de NKV! En daar is grote behoefte aan.’
‘Ons land is groot geweest toen de KVP nog als een spin in het web van de politiek speelde. Laat ons die grootheid weer hervinden! De NKV regeert uiteraard niet met uiterst linkse en met uiterst rechtse partijen. Nee, wie er in de regering wil komen, moet zich matigen. Het sociale anker van Nederland is: de NKV! Zo is het en niet anders.’
‘Ik ben nu bezig een partijprogramma te schrijven en het eerste partijconcilie, pardon, het eerste partijcongres zal worden gehouden in het St. Clara Parochiehuis te Dirkswoud. Komt allen!’

dinsdag 3 april 2012

352. U moet er ook iets van leren

Mannen hebben normaal gesproken een naam die uit één lettergreep bestaat: Klaas, Ben, Kees, Jan, James, Piet, Geert, Mark, Gijs, Ad, Wout, Bob, Max, Ben etc. Je kunt in een fictief verhaal bijvoorbeeld niet een figuur laten optreden die Edwin heet. Ik ken wel twee Edwins: een verre vriend en Edvin Kallstenius, de Zweedse componist. Die twee hebben niet het Edwiniaanse waarmee je een personage onbedoeld opzadelt. Maar de tijden dat je Johannes de Grappenmaker kon opvoeren zijn inmiddels vijfhonderd jaar voorbij. De jaren dat serieus de naam Adriaan in een roman wordt voorgesteld, zijn hopelijk ook voorgoed voorbij.
Je kiest dus de meest gemiddelde voornaam. Jan dus. (Ben is ook een geweldige voornaam.) U weet misschien dat Ruth Rendell in haar romans de meest gewone, de meest onnozele en betekenisloze namen gebruikte. Terecht. John Harmond is zo’n naam. Ze noemde een serial killer niet Johnny Bind. Ook niet John Harmony.
Goed, Jan heet hij dus, onze hoofdpersoon. En verder? Bijvoorbeeld: Blok. Prima naam: Jan Blok. Betekent niets, suggereert ook niets. Jan Blok wordt de hoofdpersoon in je misdaadroman, of in je roman vol ethische bespiegelingen. Laat u zich, collega’s, niet verleiden tot het kiezen van een naam als Jan Klok of Jan Slok. U weet nu waarom.
(Hier kreeg ik, bij een voorpublicatie van dit stukje op Facebook, commentaar van mevrouw C. de Goede-Blok uit Fijnaart, N.Br.: ‘Mijn Jan is een man van stavast en van de puntjes op de i. Helaas is hij ongeschikt voor het werk in de tuin. Dat doe ik dus zelf. Ik hoop dat u uw Jan Blok niet uit Fijnaart laat komen, want dat geeft scheve gezichten.’)
Dank voor uw opmerkzaamheid, mevrouw. Nee, uit Fijnaart zal hij niet komen, dat beloof ik u, hoe een mooi dorp Fijnaart ook zal zijn. Scheve gezichten, daar moeten wij ook niets van hebben.
U moogt uiteraard als zijn woonplaats, en dat is wel het veiligste, Dirkswoud kiezen. De inwoners van Dirkswoud zullen er niet van opkijken. Ook heel veilig is: Jan Blok in het begin van het verhaal laten verhuizen van een niet genoemd dorp naar bijvoorbeeld Amsterdam, alwaar zijn criminele carrière een aanvang neemt.
Ikzelf zou ervoor kiezen een ongeveer 60-jarige Jan Blok uit Limmen (N.H.) te laten komen, want daar, weet ik zeker, woonde toen althans geen Jan Blok. Bovendien kén ik Limmen, al is er in de jaren zeventig en tachtig veel veranderd, veel verwoest en veel bijgebouwd.
Zo heeft u enige nuttige tips gehad voor het schrijven van uw boek.

maandag 2 april 2012

351. Ik vind een titel

Ik vind een titel, en dan moet ik er nog een stukje bij maken. Soms maak je het jezelf wel moeilijk, wat doe je bijvoorbeeld met déze titel? Ik heb nog geen idee.
Zo ongeveer eens per half jaar heb ik weer een nieuw idee voor een blog. Een idee van een paar jaar geleden was om alle katholieke heiligen – en dat zijn er, naar ik meen, zo’n 4700 – op een blog te verzamelen. Ik doe er wat Wikipedia-kennis bij en ik vertel iets over die heiligen. Je hebt dan op het einde een compleet overzicht van de gekte in de katholieke kerk. Vroeger was het betrekkelijk eenvoudig om heilig verklaard te worden: je had wat grond en dat schonk je aan de kerk, of je was een prinses van Oranje Nassau en dan werd je heilig verklaard. Je moest dan nog wel één twee wondertjes hebben verricht, maar daar is ook nooit gebrek aan geweest. Trouwens, wie heeft er nu geen wonderen op zijn naam staan? Ikzelf bijvoorbeeld heb eens twee mensen genezen van een ongeneeslijke griep. Zonder ze aan te raken of medicijnen mee te geven. Jawel! En ze waren doodziek, kan ik u verzekeren. Maar ik zeide: ‘Staat op en neemt de benenwagen!’ En zij stonden op en namen de benenwagen, echt waar!
Een prachtige heilige is bijvoorbeeld Jozef van Cupertino, die leefde van 1600-1660 ongeveer. Ik zou dolgraag een stukje over de man schrijven: hij was geen groot licht, met een IQ van naar ik schat 60, maar kon toch priester worden. De kerk heeft altijd goed gezorgd voor de zwakzinnigen onder ons. Maar hij kon: vliegen! Hij tartte de zwaartekracht. Werd later verteld. Geen wonder dat hij in de jaren vijftig van de vorige eeuw tot patroonheilige voor de astronauten werd benoemd, want die post was nog vacant. En over bijna al die heiligen valt wel een mooi verhaal te vertellen.
Mijn laatste blogidee is het volgende. Johann Sebastian Bach (die waar ik woon J. Bas Bach wordt genoemd) is de grootste kunstenaar van de afgelopen eeuwen. Hij heeft tenminste 1072 en waarschijnlijk bijna 1200 stukken geschreven. Die werken staan gegroepeerd in Bachs Werke Verzeichnis (BWV). Ik wou zomaar beginnen met BWV 1 en doorgaan tot en met BWV 1200 of hoever het ook gaat. Ik laat het stuk horen, geef wat Wikipedia-kennis over dat werk, en ik vertel iets over Bach, over dat werk en over eventuele voorlopers van dat werk van bijvoorbeeld Kuhnau of Buxtehude, want u moet er ook iets van leren.
Wat voor titel moet zo’n blog hebben? Dat lijkt me eenvoudig: Verzeichnis und Ordnung! Als ik tijd van leven heb, ga ik deze blogs ooit nog eens maken.

zondag 1 april 2012

350. Waarom heeft hij dat gedaan?

Het 350ste BBZ-tje, tijd om eens terug te kijken. Het was een regelmatige lezer van mijn stukjes ook al opgevallen: mijn titels komen uit het vorige stukje. ‘Maar of dat de lezer nu zoveel verder helpt...?’ schreef hij. Inderdaad. Een lezer heeft niets aan die kennis, hij kan hooguit concluderen dat hier een soort eindeloze ketting aan hem wordt gepresenteerd.
Voor de schrijver is het echter een belangrijk iets: hij heeft steeds een titel, want die vindt hij in zijn laatste stukje. Daar hoeft hij alleen nog maar een stukje bij te schrijven, dus van een writer’s block zal nooit sprake zijn. Een doodenkele keer is het een actueel stukje dat hij in gedachten heeft en daar zoekt hij dan in het laatst geschreven stukje een titel bij. Maar ik schrijf bijna nooit iets actueels: ik ben een belabberd journalist.
Door de bank genomen gaat het als volgt. Ik vind een titel. Die zet ik met Ctrl+C en V boven mijn nieuwe stukje, trots dat ik er weer één gevonden heb. Nu nog een stukje bakken en een foto vinden. Als ik absoluut niet weet wat ik ermee aan moet, verhuis ik naar Dirkswoud, waar altijd wel iets gebeurt en waar altijd wel een aardig personage is te vinden: dat kan pastoor Engelbertus zijn, of een plaatselijk CDA-raadslid, een voormalig atletiek- of schaakkampioen of een hunebedkundige.
Een stukje moet niet te lang zijn (‘Van stukjes, langer dan één pagina A4, keert de gemiddelde lezer zich kotsend af’ – B.H.). Ikzelf lees wel eens langere stukken, maar die moeten dan wel ergens over gaan: de komende botsing tussen Andromeda en ons Melkwegstelsel of de strijd die we aan het verliezen zijn tegen de bacteriën. Maar een column van Bas Heijne bijvoorbeeld lees ik bijna nooit helemaal uit: ik weet, halverwege gekomen, al wel wat hij te zeggen heeft.
Maar het allerbelangrijkste is dat een stukje een goed begin en een goed einde heeft. Een goed begin natuurlijk omdat anders de lezer direct wegloopt, een goed einde om de lezer mijmerend achter te laten.
Over mijn stukje van afgelopen donderdag laat zich nog het volgende zeggen. Ten eerste heeft Mightysmeagol bij lange na niet het volledige werk van Bach door Gould voor ons op de video gezet (ik had bijna gezegd: ‘op de plaat gezet’). Zo zijn er nog Bach’s inventies. Ook van anderen dan Bach is er nog veel dat er niet is: Mendelssohn, Sjostakovitsj, Krenek. Ik noem zomaar wat namen.
Zeer welkom was een van zijn laatste bijdragen, die ik onmiddellijk en met groot plezier beluisterd heb: ‘Glenn Gould plays Byrde & Gibson’. Hij bedoelde: Byrd en Gibbons.