vrijdag 16 maart 2012

342. Je moet schrappen

Collega Dause Kippfest had in Nurks een stuk waarin hij het had over de verschillen tussen ‘echte’ schrijvers en blogschrijvers. Die laatsten vormen een nieuwe groep dieren, de eersten zijn de mammoeten dezer wereld. Ik was het daar grotendeels mee eens, zoals ik het ook eens ben met Theodor Holman, die zegt dat de avant-garde niet in de kunst of in de journalistiek zit, maar op het internet, in de blogs. Met de rest van wat hij zegt, kan ik het niet eens zijn: daar ben ik niet rechts genoeg voor, pardon, niet avantgardistisch genoeg.
Hier komen de drie belangrijkste tips voor blogschrijvers:
1. Je moet schrappen.
2. Je moet schrappen.
3. Je moet schrappen.
En je moet natuurlijk verzorgd Nederlands schrijven, maar dat spreekt vanzelf. In 1980 kocht ik voor het eerst een boek van de Amerikaan T.C. Boyle: Descent of Man. Waarom kocht ik dat boek? Omdat de allereerste zin in dat boek (een verhalenbundel) luidde: ‘I was living with a woman who suddenly began to stink.’ Wie zo’n zin schrijft, kan schrijven. Hij had ook in plaats van stink iets met smell kunnen doen, maar dan had ik dat boek niet gekocht, en was ik in de volgende jaren ook al zijn verdere verhalen en romans misgelopen.
Je moet schrappen, zeg ik nu al voor de vijfde keer (het vorige stukje meerekenend: voor de zesde keer). Herhalingen bijvoorbeeld: doorstrepen en in de prullenmand doen. Alleen als iets nuttig of noodzakelijk is, kun je het laten staan. Ik spreek als een docent op de Opleiding Creatief Schrijven (weest u maar blij dat ik niet zo’n docent ben en dat u niet op die opleiding hoeft), en dat is ook niet zo vreemd. Voor een blogschrijver gelden dezelfde wetten als voor een ‘echte’ schrijver. Het belangrijkste verschil tussen die twee schrijvers is dat blogschrijvers niet worden betaald of gesubsidieerd. Dat is aan de ene kant jammer (zeg zelf), maar het is toch een groot goed dat je je bek mag opentrekken en mag zeggen wat je wilt. Er is geen financiële druk. Er is geen deadline. Er is geen moeten.
Dat weet de lezer ook. Als de lezer een stuk leest van Vrouwke van Stavast, dan weet hij dat Vrouwke dat stuk voor haar plezier geschreven heeft, zonder enige bijbedoeling, en dat ze hoopt dat ze u er ook een plezier mee doet.
Tot slot nog een laatste tip. Leest u uw stukjes nog eens door voordat u ze publiceert. Grote kans dat u er nog wat spel- en andere taalfouten uit haalt. Want daar barst het helaas van, op het internet. Ik zag zelfs een keer een stukje –  misschien voorvoelde de schrijver dat er nog eens een stukje zou komen dat Je moet schrappen zou heten – dat zo ei.

1 opmerking:

  1. Ik laat de grotere dingen altijd een jaar liggen- dan ben ik het vergeten en kan ik het lezen als een bijna echte lezer. Frappant hoeveel zooi er dan uit kan, en hoeveel herschreven moet worden. En als ik dan zie wat u er allemaal qua spel- en taal- en schrijffouten uit weet te vogelen... Oei. Mij rest dan niets meer dan stil in een hoekje aandacht naar iets anders toe te fluiten.
    Anyhoo, ik ben het compleet met u eens en compleet niet. Het is een soort spastische tweestrijd. JA het moet goed geschreven zijn kijk toch naar al die bagger omdat taal gewoonweg niet begrepen wordt NEE taal moet soms ruw de liefde ingedreven worden, bepaalde taalfouten openen dingen op of laten zien hoe een mooi instrument het is. Een oxymoron is een fout, maar wel glorieus omdat het mij laat nadenken. Enzovoorts. Ik zou hier duizend jaar over kunnen doorbomen als het resultaat niet altijd hetzelfde zou zijn.

    BeantwoordenVerwijderen