Als er één ding is dat me aan de heerlijke jaren zestig doet terugdenken, dan is het wel de gedachte dat we elkaar moeten vrij laten. Inderdaad: de mentaliteit van de hippies, de Merry Pranksters, de Provo’s. Daar ging het om in het toenmalige Londen, New York, Los Angeles, Amsterdam. Zo kleedde je je (liefst een beetje shabby), daarom liet je je haren groeien, die middelen (cocaïne, LSD, hasj, heroïne) gebruikte je en daarom demonstreerde je tegen de oorlog in Vietnam.
Ik was er net te jong voor (ik ben van 1953) en heb dus de vroege lust tot vrijheid niet meegemaakt. Ik heb ook nooit die middelen gebruikt (alleen hasj eens een keer) of een Afghaanse jas aangetrokken, die je toen heel goedkoop in een dumpzaak kon kopen. Ik heb ook nooit tegen Vietnam gedemonstreerd, want ik dacht, met de radicalen van toen, dat het beter was om eens een wijk in Chicago of Washington in de brand te steken. Dat deden ze dan ook, en dat heeft uiteindelijk geholpen.
Die lust tot vrijheid heeft wel enkele nare gevolgen gehad (denk maar aan de Mammoetwet of aan het universitair onderwijs of aan sommige afdelingen van de NVSH – de Nederlandse Vereniging tot Seksuele Hervorming –, want dat moest natuurlijk ook allemaal vrij worden; het ging zelfs zo ver dat er vrijuit over pedofilie werd gesproken op de tv, en dat bij die besprekingen niet één ‘vrouw uit het volk’ opstond om te zeggen dat ‘die pedofielen dood moeten’), maar in het algemeen kan men zeggen dat de jaren zestig een goddelijke tijd zijn geweest.
Freedom forever, ronkte men, maar begin jaren tachtig bleek het er toch anders uit te zien. De war on drugs begon in Amerika, die ervoor heeft gezorgd dat er honderden miljarden zijn weggegooid en nu 1 op de 3 zwarten in de gevangenis heeft gezeten of nog zit. En dit is zomaar een voorbeeldje van hoe het gruwelijk mis kan gaan. Want laten we wel wezen, die drugs moet je gewoon vrij geven. Daar moet je je niet druk om maken, maar helaas doen de heren regenten het wel, ook in Nederland. Alleen al daarom zou ik een revival of the sixties graag verwelkomen.
In die jaren begon ook het grote geldverdienen op Wall Street, in Londen, in Frankfurt en overal waar maar de B van bank of beurs was verschenen. Als ik het voor het zeggen had, kwam er een Burgerleenbank, met aan het hoofd een doodgewone vrouw of man, die ongeveer 10% zou verdienen van het normale geld dat er tegenwoordig in omgaat. Net zoals het was in de jaren zestig, toen we nog gelukkig waren en net gas hadden, welk geld we natuurlijk ook beter hadden moeten besteden (ongeveer zoals Noorwegen het doet) en niet hadden moeten stoppen in de waanzinprojecten waarin het nu is gestopt.
We hebben die vrijheid nog wel enigszins, op het internet, maar ook die vrijheid zal worden beknot. Let maar op.
maandag 19 maart 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten