zondag 20 december 2009

140. De toestand in het openbare vervoer

Als ik van de week op het station van Utrecht vast zou hebben gezeten, zou ik zeker niet het geduld hebben gehad dat de meeste reizigers getoond hebben. De laatste reiziger ging, meldde het Journaal, om half drie ’s nachts per taxi naar huis. Taxi betaald door de NS.
Ik zou, als ik een half uur gewacht zou hebben, direct een taxi naar bijvoorbeeld Amsterdam genomen hebben. Ik zou de chauffeur te Amsterdam gezegd hebben: dient u uw rekening voor de rit maar in bij de NS te Utrecht, en goedendag. Waarna ik mijn rit gewoon per trein zou voortzetten.
En zo zou u het allemaal moeten aanpakken, reizigers. U moet u niet laten kidnappen door de falende spoorwegen. U moet het de NS laten voelen en u moet zich niet als mak vee laten vervoeren.
U moet ook niet meer naar Rover luisteren, want die jongens vertellen de NS niet het verhaal dat ze toch eigenlijk te horen moeten krijgen. Het verhaal dat de NS moet worden verteld, is heel simpel.
Heren! U heeft elk jaar dat er sneeuw valt grote problemen. U noemt dat: bevroren wissels, gebreken aan de treinen. Bij min vier graden begint u al te zeuren. Dat is met ingang van het volgende jaar over. Die gebreken aan de treinen lost u op vóórdat er sneeuw kan vallen. Over die bevroren wissels laat u zich informeren in Oostenrijk, Zwitserland, Zweden, Noorwegen. Daar is het elk jaar winter, maar daar rijden de treinen gewoon. Hoe doen ze het daar? Zo gaat u het ook doen.
Verder is het raadzaam om niet het gehele treinverkeer stil te leggen als er eens ergens een trein niet verder kan door een bevroren wissel. U ontdooit dan die wissel binnen 5 minuten, zodat die trein weer verder kan. Er zit bijvoorbeeld in elke trein die ’s winters rijdt, een mechanicamannetje, die dat even doet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten