dinsdag 16 maart 2010

227. Laat ze maar

Het gáát . . . om de jeugd. De toekomst van ons váderland. Toch? We moeten ons niet laten wegzakken in een modderpoel, meneer. Wij moeten onze jeugd beschermen! Onze jeugd is ons álles!
Máár, dat vercriminalioseert steeds meer, onze jeugd. Met jeugdbendes op stráát. Dus ons hele leven wordt een stuk onvéiliger, ziet u wel? Straatterrioristen en ga zo maar door, waar we als Néderlandse gemeenschap steeds meer last van krijgen. Jawel.
Want ze zeggen wel, die rotjongens, geef ons een clubhuis met een biljart, maar nee hoor, als je ze een clubhuis geeft, dan komen ze daar nooit! Ze gaan gewoon door met hun straatterreur, niet dan? Laatst nog, werd er een ruitje ingegooid bij mijn buurman’s schuurtje. Ik zeg: dat is weer zo’n voorbeeld van straatterriorisme! Dat zeg ik tegen mijn buurman, dus ik zeg: bel de plisie! Dus dat doet hij, zegt de plisie: daar hebben wij geen priaoriteit voor!
Wel! Nu vraag ik u, heren verslaggevers! Priaoriteit of niet, er moeten heren van de Hermandáád voor de deur staan, zou ik zeggen, om de schoften op te pakken en te bestraffen!
Vroeger, meneer, toen was het beter. Toen had je de nozems en de provo’s en mijn broer Henk was van de plisie. Wat hij vertelde over die strijd, die daar gaande was! God god god, een mooie tijd was dat. Toen was er nog aandacht voor het wettige gezag, toen durfde je niet ‘Klootzak’ te roepen tegen een agent, of hij nu in burger of in uniform was. Dat deed je niet! Want je kreeg meteen een enorm pak rammel!
Toen had de plisie geen behoefte aan priaoriteiten en toen was er ook geen straatterriorisme, vanzelf. De plisie trad op! Maar nu? Men loopt wel langs je deur, héél soms, maar ze treden niet meer op tegen de jeugd! Het áfval ook wat de jonge heren democraten achterlaten! En dat wij elke ochtend weer moeten opruimen. Ja, elke ochtend weer! Dat doen wij zelfstándig, maar (ruimte voor ander stadsnieuws).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten