Ik heb jarenlang, in mijn depressieve perioden, de gewoonte gehad schilderijen te bedenken. Ik verzon dan een titel, en daar bedacht ik een schilderij bij. Ik kon helemaal niet schilderen, dus het bleef bij bedenken. Het was niet meer dan een manier om de geest nog wat lenig te houden.
De stijl van mijn schilderijen was steeds de stijl van Magritte. Ik weet geen titel meer die ik ooit bedacht heb, maar ze waren in deze geest:
— Terug naar Rheydt (portret van een huilende Joseph Goebbels; Rheydt was zijn geboorteplaats);
— Maandagochtend te Arles (ongeveer zoals deze foto);
— Crisis in het vastgoed (rokende puinhopen zoals te Berlijn, 1945);
— H.J. Cruijff, speleoloog (zeer groot schilderij van een grot zoals te Lascaux met een nauwe toegang linksonder op het doek, waarin we het behelmde gezicht van Johan Cruijff herkennen);
— De hel van het noorden (wielerwedstrijd met dergelijke toestellen);
— Bank van W. Drees (ouderwetse, groene zitbank, een beetje versleten, met houten armleuningen, staand voor jaren vijftig-behang met een benepen schilderijtje);
— Het gevecht van G. Wilders (groots en meeslepend doek van een kruistochtengevecht, Wilders te paard, fier zwaaiend met zijn zwaard, met op de achtergrond Jeruzalem);
— Houdt uw koelkast geurig! (geopende koelkast met boter, vleeswaren, melk enz. en een theezakje; grootmoeders tip: dat theezakje trekt alle geurtjes naar zich toe; eens in de maand theezakje vervangen);
— Klare wijn (schilderij van een geopende hand voor een liggend naakt);
— Lief dagboek (dagboek met een slot op een tafel; verder op die tafel: een schedel, een kaars die bijna opgebrand is, een oude sinaasappel, een bijna leeggedronken glaasje wijn).
Ik zou best weer eens bevriend willen zijn met een schilder die niet zo goed weet hoe hij zijn schilderijen moet noemen.
maandag 24 augustus 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten