
Bekend is Jaap ook geworden om het volgende verhaal. Een buurmeisje van zeven acht jaar kwam bij hem op bezoek.
‘Dus jij gelooft in Jezus?’ vroeg Jaap.
‘O ja!’ zei het meisje.
‘Waar woont Jezus dan?’ vroeg Jaap.
‘In Bethlehem!’
‘Zal ik hem eens opbellen?’
‘Ja!’
‘Dan moet ik natuurlijk wel eerst zijn telefoonnummer hebben. Weet je wat? Ik bel eerst de PTT.’ Jaap liep naar zijn gang, waar de telefoon aan de wand hing. Hij draaide een nummer, pakte de hoorn van de telefoon en sprak: ‘Goedemiddag, mevrouw van de PTT. Ik zoek een nummer in het buitenland. Ik zoek Jezus van Nazareth te Bethlehem. Ja, ik wacht wel even.’ Hij keek het meisje aan en zei: ‘Dat duurt altijd lang, hè, een nummer in het buitenland vinden.’
Een minuut later sprak hij weer in de hoorn: ‘Ja, mevrouw? Er woont geen Jezus vanNazareth in Bethlehem? In heel Israël niet, zegt u? En Jezus de Heiland? Er woont geen enkele Jezus daar. Dank u wel voor uw zoekarbeid, mevrouw.’
‘Je moet maar eens aan je vader of moeder vragen waar Jezus nu wel woont,’ zei hij tegen het meisje.
Het meisje kwam de volgende dag terug met de mededeling: ‘Jezus woont in onze harten, buurman!’
‘Geloof je dat, kind? Je hart, dat is gewoon een spier die in je lichaam zit. Net zoals je een lever en twee longen en een voorhoofd en een buik hebt. Dus daar past geen vent in van drieëndertig jaar.’
‘Nee,’ moest het meisje toegeven.
‘Geloof je nog in Sinterklaas?’vroeg Jaap vervolgens.
‘Nee, Sinterklaas bestaat helemaal niet.’
‘Het is hetzelfde als met Jezus. Die bestaat ook helemaal niet. De mensen maken er alleen een hoop poppenkast van, net als met Sinterklaas.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten