donderdag 30 augustus 2012

Ansichtkaarten

Een ansichtkaart die toeristen vanuit hun vakantieoord Egmond aan Zee naar hun thuisgebleven familie sturen, heeft meestal als tekst Groeten uit Egmond aan Zee! (gedrukt in wat wij zetters vroeger een feestletter noemden). Verder staan op de kaart het wapen van Egmond (waarom eigenlijk? Ik weet het niet) en vier fotootjes, op ouderwetse bedrijfscourantwijze (dus scheef) in elkaar geschoven, van het strand, de duinen, de vuurtoren en bijvoorbeeld van ‘de gezellige terrasjes in het luxueuze centrum’. Ik geloof dat elk dorpje in Nederland wel zulke ansichtkaarten heeft, zelfs Zalk en Veecaten, en ook dat ze er allemaal ongeveer hetzelfde uitzien, en dat al sinds ongeveer 1970, toen de vierkleurendruk in zwang kwam.
Vroeger hadden de ansichtkaartenmakers meer fantasie. Ook werden er meer foutjes gemaakt, dat spreekt. Ik heb bijvoorbeeld een ansichtkaart uit ongeveer 1928 van de Amsterdamsche Anthraciet Maatschappij. De kaart bevat geen vier, maar wel zes gekleurde tekeningen. Ik zal die zes tekeningen eens bespreken.
1. Een knullig kaartje van Engeland en Ierland, met op ongeveer de plaats van Wales of Zuid-Engeland een anthracietmijn (erboven staat, ongeveer ter hoogte van de Midlands, de tekst Polmaise mijnen) met een mijnwerker met een mijnlamp om zijn nek en een houweel in zijn handen. Maar... Polmaise, dat ligt toch in Schotland? Jazeker, leert enig zoekwerk, Polmaise ligt zo’n 5 kilometer van Stirling, en Stirling ligt zo’n 30 kilometer ten noorden van Glasgow. In dat landgoed Polmaise was vroeger een anthracietmijn.
2. Een stoomboot met de tekst Import ongebroken anthraciet. Waarschijnlijk was die stoomboot vertrokken vanuit de Forth of Firth bij Aberdeen.
3. Een vier verdiepingen hoog gebouw dat je om het vakwerk op de  muren eerder in Zuid-Duitsland zou vermoeden, maar de tekst luidt: Brekerij te Amsterdam.
4. Een naar rechts rijdende stoomlocomotief met vier gevulde goederenwagons, met de tekst Export gebroken anthraciet.
5. Een zwartbruine zak met daarop in wit uitgespaard het woord Polmaise. Tekst: Verzegelde zak.
6. Een rode, cabineloze vrachtwagen, waarop de bestuurder dus in de open lucht zit, met in zijn bagageruimte naar schatting 60 van die zakken. Tekst: Expeditie per auto-vrachtwagen door de geheele stad.
Op de ommezijde kunnen we leren hoe de PTT toentertijd zijn zaken regelde. Gecentreerd bovenaan de  tekst: Drukwerk en daaronder de regel: Briefkaart - Postkarte - Postcard.
Op de linkerhelft deze prachtige tekst: Bij verzending als briefkaart (niet als drukwerk) mag deze ruimte voor correspondentie gebruikt worden. 
In de kleine ruimte voor de te plakken postzegel staat in zéér kleine lettertjes deze tekst: Bij verzending als ,,drukwerk’’ de woorden briefkaart postkarte enz. doorschrappen en alleen naam en datum er op schrijven. Eronder staat voor de zekerheid: (VOOR ADRES ALLEEN.) met drie stippellijntjes.

Foto: De benen van de balletjongens en -meisjes van de Parijse Opéra. Gefotografeerd en, vrees ik, ook samengesteld door Disdéri in 1864.

dinsdag 28 augustus 2012

Geloofwaardige romans

Regen in Londen, 1897. Dat moet een mooie tijd zijn geweest. Weliswaar las je nooit in de literatuur van die dagen dat de hoofdpersoon stierf aan de pokken of aan de malaria of aan de mazelen, maar sommige bijfiguren in die boeken stierven er wel aan. Op muziekgebied gebeurde er in dat jaar eigenlijk niets, alleen Klughardt kwam met zijn 4de symfonie, maar daar moet je van houden. Dukas werkte aan zijn Tovenaarsleerling. Bram Stoker publiceerde in 1897 zijn nog steeds beroemde boek Dracula – eigenlijk een nogal armetierig verhaaltje, volgens mij, maar goed – en H.G. Wells publiceerde zijn The invisible man, een boek dat het ook nog steeds uithoudt. Op 19 maart wordt Oscar Wilde uit de gevangenis vrijgelaten. Op 30 april is het elektron ontdekt. Er waren wel auto’s (van Peugeot, Vabis, Adler en ook wel van andere merken) maar je zag ze nog nauwelijks. Meer weet ik niet van dat jaar, het was overal tamelijk vredig, pas twee jaar later zouden de Bokseropstand in China en de Boerenoorlog in Zuid-Afrika uitbreken. Natuurlijk zal er ergens in Midden- en Zuid-Amerika wel gevochten zijn, maar dat was gewoon, in die tijd.
In de jaren zeventig las ik voornamelijk Engelse boeken, ik was vooral gek op de boeken van Anthony Trollope (1815-1882, hij is ook bekend geworden als postbeambte door de introductie van de rode brievenbussen in het Verenigd Koninkrijk), Thackeray, Wilkie Collins en Arthur Conan Doyle. Vreemd, op de boeken van Dickens ben ik nooit zo gek geweest. Hoe dat komt, weet ik niet precies. Ik denk dat het te maken heeft met het gebrek aan sprookjesboeken en Pietje Bell-boeken in mijn jeugd. Ik ben ook niet ontvankelijk voor het ‘sprookjesachtige in de mens’, zoals het eens is omschreven door K.V. in een brief aan mij. Dickens maakte van élk personage een geval apart, en dat klopte niet met mijn werkelijkheid. Ik wil best aannemen dat er in het Engeland van 1860 veel ‘types’ te vinden zouden zijn geweest, maar zoveel als Dickens ons wil doen geloven – dat kan niet bestaan hebben.
(Toch is dat gek. Van Chesterton of Wodehouse, die ook geen reële wereld schetsten, vind ik het niet onaangenaam als er weer een type opduikt. Van Dickens kan ik het niet hebben. Het komt misschien door zijn schrijfstijl, of door zijn manier van zeggen: ‘Kijk! Ik beschrijf hier de werkelijkheid!’)
Maar toch begint mijn ideale roman zo: ‘Londen, juli 1897 (of een ander jaar). Het regent.’ En dan volgt het soort beschrijving van dat jaar zoals in mijn eerste alinea.  Daarna volgt de actie, die daardoor meteen ook geloofwaardig wordt. Ik heb nog nooit zo’n boek gelezen, maar u kent misschien een boek dat ongeveer zo begint. Dan moet u me in de commentaren de naam van de schrijver en zijn titel geven. Dank bij voorbaat.

maandag 27 augustus 2012

Muzikale smaak ontwikkeld

Ik ben geboren in september 1953, in een gezin dat niet zo muzikaal was. Er stond wel een piano in de voorkamer en daarop heb ik een jaar of zes les gehad. Ik herinner me de eenvoudige, maar fürchterliche stukjes van Clementi (Muzio, ga henen!), die ik moest spelen. Ik hoop dat de tegenwoordige pianostudenten van Clementi verschoond blijven. Ik herinner me ook dat ik in 1967 voor het eerst de dubbelelpee Blonde on blonde van Bob Dylan hoorde bij een schoolvriend. Ik was er meteen zeer van onder de indruk. Vooral het nummer Sad-Eyed Lady of the Lowlands vond ik schitterend en vind ik nog steeds schitterend. Ik probeerde toen een pianobewerking te maken van dat nummer, maar of dat me gelukt is weet ik me niet meer te herinneren. Sommige dingen moet je ook verdringen.
In de jaren die volgden was ik bijvoorbeeld gek op die derde elpee van Soft Machine (ik weet niet eens of het hun derde elpee was, maar hij heette Third), op die dubbelelpee van Derek & the Dominos met het prachtige Bell bottom blues, dat de mooie, betekenisrijke regels If I could choose a place to die / It would be in your arms bevat. Maar vooral de muziek van Black Sabbath beviel me, begin jaren zeventig. Mijn muzikale smaak begon zich te ontwikkelen, zou je kunnen zeggen, al mag u het ook best muzak noemen wat ik mooi vond.
Bach-liefhebbers! Nu komt u aan de beurt. Eind jaren zeventig hoorde ik Glenn Gould voor het eerst Bach spelen. Ik was overdonderd. Voor het eerst was er iemand die niet op de keurige, bedaagde, klassieke wijze de muziek van die pruikendragers speelde, maar die het deed op zijn eigen (eigenwijze) manier. Glenn Gould was fenomenaal goed, ik vind het nog steeds een zegen dat hij er geweest is. Hij was, zonder concurrentie, de beste pianist van de 20ste eeuw. Hij was ook de pianist met het grootste repertoire: hij heeft niet alleen Bach (en verschillende van diens voorgangers) gespeeld, ook Mozart, Beethoven, alle Russen die ertoe doen, alle 20ste eeuwse componisten die ertoe doen. Zelfs heb ik een stukje van Chopin ontdekt (op YouTube, waar anders?) dat door Gould is gespeeld. Terwijl hij in een interview met een besmuikt lachje de waarheid had verteld, namelijk dat Chopin toch eigenlijk geen muziek was.
Weer wat later ontdekte ik de Engelse renaissance-componisten, de Franco-Vlaamse school etc., de muziek die m.a.w. van 1300 totaan Bach in de kerken en aan de Europese hoven werd gezongen en gespeeld. Gezongen vooral, want dat vond ik het mooiste. Wat later ontdekte ik, via de pianomuziek van Scriabin, dat er ook in de 20ste en inmiddels de 21ste eeuw heel wat moois is gemaakt. Weer wat later vond ik het album Kind of blue van Miles Davis, uit 1959. Prachtige muziek.
Voor de reclamemakers, die geloof ik er allemaal van overtuigd zijn dat je in commercials muziekjes moet draaien uit de tijd dat de ‘doelgroep’ zestien jaar was: dit gaat niet op bij mij, en ik ben toch een gemiddeld mens, niets bijzonders. U zou er bijvoorbeeld zeer verkeerd aan doen om muziek van Heintje te draaien. Die was er ook toen ik zestien was. Of muziek van de Beach Boys, die er ook waren. Mij bekoort u er niet mee.
Maar u moet maar eens luisteren naar de achtergrondmuziekjes, lezers, in reclameboodschappen. Dan weet u meteen op welk publiek de boodschap gericht is.

Wil ik dood?

Wilt u snel doodgaan?
Ik zál vrij snel doodgaan, mijn hart houdt het niet zo lang meer. Ik heb hartfalen. Of ik dat nu wel wil, is een andere vraag. Mijn antwoord moet toch zijn: ja. Niet omdat de zorgkosten anders te hoog worden, nietwaar, ik wil de maatschappij niet laten opdraaien voor zoiets. Ik heb zelfs (ik leef alleen) een papiertje op tafel liggen met daarop de wens geschreven me niet naar een ziekenhuis te vervoeren, maar me rustig te laten sterven. Als ze me vinden.
Ze vinden u?
Ja, dat zullen ze zeker doen. Ik zal niet als een twee jaar eerder gestorven grijsaard in mijn woning worden gevonden. Daar heb ik buren en overburen voor, we letten allemaal een beetje op elkaar. Van stankoverlast of vliegen zal dus geen sprake zijn.
Waarom wilt u dood?
Lastige vraag. Ten eerste omdat ik met beperkingen leef: ik durf bijvoorbeeld niet naar Venetië of Praag te reizen, vanwege de heimwee. Ik moet me dus behelpen met filmpjes over die steden, en dat is toch een akelig alternatief, nietwaar? Ten tweede is er een gevoel van spijt. Of noem het berouw, of schaamte. Toen ik twintig was, wilde ik de wereld veranderen. Dat was in 1973. Ik wilde stapje voor stapje bijvoorbeeld het Russische communisme wegwerken, en ook het Westerse conservatisme. Daar moest je ergens tussenin gaan staan, vond en vind ik nog steeds. De regering van Den Uyl vond ik dan ook een prima regering, de beste die we hebben gehad. Je had toen ook wel zakkenwassers zoals Marcel van Dam en Van der Louw, die waren me te links, en andere PvdA-mensen die doodleuk kwamen vertellen hoe goed het ging in Oost-Duitsland, godsammekráken. Maar over het algemeen had Den Uyl dat soort mensen wel onder controle. Dat verbeteren van de wereld is er niet van gekomen, ik heb alleen stukjes geschreven.
En hóe wilt u doodgaan?
Ik maak mezelf niet van kant, als u dat mocht bedoelen. Nee, gewoon slapen en niet meer wakker worden. Dat wenst toch ieder mens. In de maand februari, wanneer het zeewater nog flink koud is, zou je de zee in kunnen lopen en daar vijftien minuten blijven staan. Dan ben je onderkoeld en met mijn hartconditie is het een goed zelfmoordplan. Maar dat zal ik toch niet doen.
Hoe moet uw uitvaart er uitzien?
Er komen natuurlijk toespraken (‘Ben was toch een soort filosoof etc.’), dat interesseert me niets, maar een stukje Bach, een stukje Byrd en een stukje Bell bottom blues van Derek & the Dominos mogen er wel klinken. Niet te droevige muziek, alstublieft.

woensdag 22 augustus 2012

De bastaardsatijnvlinder

Ik houd van het internet omdat je er soms totaal onverwachte vondsten op doet, zoals deze over de schrijver Victor Hugo (1802-1885). Hij blijkt ook een geweldig beeldend kunstenaar te zijn geweest, die dingen maakte die pas een kleine eeuw later in de mode kwamen. Of een artikel over het autobiografisch geheugen, dat me zeer intrigeerde. Via weer een reeks andere artikelen ben ik er achter gekomen dat de weinige mensen met dit fantastisch goede geheugen voor persoonlijke zaken, nauwelijks weten in welk jaar JFK werd vermoord of in welk jaar Leonid Breznjev aan de macht kwam. Ze gebruiken ook niet de welbekende mnemonistische trucs, ze zijn ook geen savants, maar ze hebben wel allemaal een tic: schoonmaakwoede, verzamelwoede etc. Eén van die autobiografische geheugenwonders koopt bijvoorbeeld nooit schoenen met veters. Omdat die veters op de grond terecht kunnen komen. Dat is hem te vies. (Dat kan ook zeer vies zijn, maar ik koop nooit schoenen met veters omdat veters strikken me teveel werk is.) Enkele hersendeskundigen kunnen u vertellen welk gebiedje in de hersenen voor die tics verantwoordelijk is, en dat dat gebiedje vlák naast het gebiedje ligt dat zo enorm ontwikkeld is voor het persoonlijke geheugen. De gebiedjes voor het ‘algemene’ geheugen blijken heel ergens anders te zitten.
Dat zijn mooie dingen, vindt u ook niet? Je ontdekt dingen die je nog niet wist, en dan bedoel ik niet: hoe gaat het met de economie van Groot-Brittannië of wat kan er gedaan worden tegen de rupsen van de bastaardsatijnvlinder. Da’s óók ernstig allemaal, maar daar maken wij ons niet druk over, dat laten wij graag over aan de locale autoriteiten.
Toch? Jawel. Ik léés die belachlijke plannen van de VVD wel met de AWBZ bijvoorbeeld, die ons geen miljarden zullen opleveren maar miljarden zullen kosten (ze jagen de mensen de verzorgingstehuizen in) en ik hóór die idiote Edith Schippers wel oreren dat de verzorging wel wat minder zou kunnen. Ik hoor ook weer een minister van de VVD zeggen dat de bijstandstrekkers eigenlijk onterecht in de bijstand blijven zitten. Ja, dat moet je nú zeggen, lulhannes!
Ze willen bij de VVD dat er een soort Amerika ontstaat. In Nederland, waar we een goed sociaal stelsel hebben, dat afgebroken moet worden. Stemt géén VVD! Laat ons land niet over aan de bonusverdieners zoals de Bennen Verwaays (het zuiverste bewijs dat niet alle Bennen uit het goede milieu komen). De grootverdieners, daar moeten we het helemaal niet van hebben. Leeghoofden, zonder uitzondering.
Maar ik blijf me verwonderen over het internet. Had u bijvoorbeeld dit aardige berichtje al gelezen?

Foto: Kieknoetoch.nl (http://www.kieknoetoch.nl/main.php?g2_itemId=1308).

maandag 20 augustus 2012

Knieschijf

De Nederlandse televisie kan worden opgeheven. Wat ze tegenwoordig uitzenden, stelt niets voor. Als je een beetje kranten leest, weet je meer dan een televisiekijker. Op Nederland 24 zie je soms nog wel iets aardigs (een documentaire, Kunst en Kitsch, het journaal), daar blijft het bij. De zender Cultura bijvoorbeeld blijft ons maar vervelen met Grachtenfestivals en met BIM-concerten en zo.
Het zou misschien een goed idee zijn om dat hele Hilversum maar eens op te doeken en in handen te geven van een stel onafhankelijke lieden die nu nog bezig zijn op het internet. Mensen als Max Molovich bedoel ik. Lieden die een stóp zetten op die wanstaltige Volendammerachtigheid van het medium, en die ook een stop zetten op die, ik maak me kwaad, die... stúmperigheid. Die lompheid. Die lome benadering van de kunsten, bijvoorbeeld. Bij Kunst en Kitsch bijvoorbeeld zou ik vervolgprogramma’s willen zien over Nieuw-Guinea of China of Delfts blauw, als dat aan de orde komt. Ik wil daar simpelweg een link naar krijgen.
Ze beginnen, in tegendeel, in Hilversum te praten, in het journaal, over de knieschijf van een prinses, die is gevallen ‘tijdens een wandeling’. Dat ze dit tot een onderwerp van het Nederlandse journaal hebben gemaakt, diskwalificeert uiteraard de redactie. De Story op de tv.
Het moet dus anders. Hoeveel zenders heb je nodig: Nederland 1 en 2, meer niet. Een zender voor de jongeren en een zender voor de ouderen. Wat de jongeren zoal willen zien, dat weet ik niet, en daar wil ik me ook niet mee bemoeien. Voor mijn part draaien ze de gehele dag ninja-muziek, of hoe dat gedrag ook heet.
Wat er op de andere zender zoal te zien zal zijn, laat ik over aan de Max Molovichen van deze wereld. Ik laat me graag verrassen. Ik zou me bijvoorbeeld wel eens willen laten informeren over de werkwijze van Rafael Rozendaal. Ik zou Oud Zeikwijf op reis sturen naar de plaatsen waar haar familie zoal heeft gewoond; daar zou ik graag beelden van zien (graag met haar eigen commentaar) en het maakt me niet uit hoe die beelden geschoten worden. Voor perfect geschoten, professionele beelden kun je wel naar de commerciëlen gaan, of naar de BBC bijvoorbeeld. Ik wil alleen maar geïnformeerd worden. Dat onze Max er ook af en toe een cabaretier tussendoor gooit, is een onuitroeibare gewoonte, maar dat zal ik door de vingers zien. Ook films mogen, al zal ik er niet naar kijken.
Dat is één oplossing van het televisieprobleem. Een andere oplossing: StumbleUpon. Daar zit ik nu een jaar of vijf bij. Het bestaat al een jaar of tien. Het is een programma waarin je websites, video’s, foto’s etc. kunt delen. Het nadeel is dat het bijna puur Amerikaans is: Nederlandse, Franse, Italiaanse websites zul je er nauwelijks tegenkomen. Je moet in het begin je interessegebieden opgeven (het is het handigst om zo’n veertig onderwerpen te kiezen), je kunt daarbij kiezen uit een rij van wel honderd onderwerpen (van American movies tot paleoantropology). En dan zeg je: kom maar met, zoals ik het vaak doe, een willekeurig iets. Je kunt je ook per onderwerp laten informeren natuurlijk. Mijn liefde voor de jazz van 1955-65 is bijvoorbeeld groot geworden door de vele video’s die ik op StumbleUpon heb opgehaald (kijkt u maar naar het Profile van het account ‘benhoogeboom’).

zaterdag 18 augustus 2012

Mijn hekel aan films

Mijn god, ik zal het geprobeerd hebben om films helemaal uit te kijken! Of zelfs een aflevering van Tatort op de televisie! Maar het lukt me niet, ik pak een boek of ik ga iets anders doen. In een bioscoop  ben ik gedurende de ruim 58 jaar van mijn leven drie of vier keer geweest, meer niet. Niet uit angst, maar uit verveling ben ik er niet graag. Ik verveel me wanneer ik bijvoorbeeld Turks fruit zie, of een ander bedacht verhaaltje dat in een film wordt vertoond. Een film kan me alleen bekoren wanneer het een documentaire is, en het kan me bijna niet schelen wat het onderwerp is. Een documentaire van anderhalf uur over de vlasteelt of de moeilijkheden in de glastuinbouw kun je me zo voorschotelen. Ik kijk ook zeer graag naar de besprekingen in de Tweede Kamer, dat vind ik zelfs prachtig, maar dan schakel ik wel het geluid uit, om te zien wie de ware leugenaars zijn. (Dat moet u ook eens doen. Niet letten op wat ze zeggen, alleen op hoe ze het zeggen. Met welke oogopslag, welke bewegingen van hun handen en schouders, met welke bewegingen van hun mondhoeken. Ik geloof ook vast dat de doven en slechthorenden in onze samenleving een beter idee hebben van de politiek dan wij, veelhorenden.)
Mijn hekel aan de film is al op jeugdige leeftijd begonnen: ik weet nog dat ik met vader en moeder meeging naar een bioscoop in Alkmaar, waar een Oostenrijks drama, in Amerikaans snit, werd vertoond. Met zang. Dus u zult wel willen begrijpen dat de musical ook niet tot mijn favoriete genres kan worden gerekend.
Tijdens die Amerikaans-Oostenrijkse film vroeg ik mijn vader: ‘Maar die bergen, hè? Waarom hebben wij geen bergen?’ Het onbevredigende antwoord was: ‘Nederland is een plat land. Het regent hier vaak.’ Ik bleef daar achter met het verband tussen de jaarlijkse regenval en de geringe bergachtigheid van Nederland. Ik heb er maar niet over doorgevraagd, want dat deed je nog niet in die jaren, maar het was eenzelfde soort vraag als: ‘Waarom heeft Rocky Stallone zulke gespierde armen, terwijl hij alleen maar een geweer draagt dat toch ongeveer maar 3 kg moet wegen? Dat geweer weegt geen 30 kg, dus waar heeft hij die spieren en die enorme borstkas voor nodig?’
Later begreep ik wel dat ik heel wat cultuur had gemist: Italiaanse films waren geweldig geweest, Franse, Engelse films ook soms, zéér incidenteel was er een Nederlandse film. Maar ik heb ze niet gezien, want ik las liever het boek waarop ze waren gebaseerd. Ik las zelfs liever het script van de film zelf dan de film.
Ik heb hetzelfde met toneelstukken. Ik lees liever het toneelstuk Who’s afraid of  Virginia Woolf dan het stuk te moeten zien, ook al vind ik Elizabeth Taylor en Richard Burton prachtig acteren. Want die film heb ik wél gezien, die was een keer op de tv. Maar de tekst van Edward Albee overstijgt, naar mijn smaak, al dat geacteer. Het geactéér, het zou verboden moeten worden.

Foto: 8weekly: ‘La vida de los peces’.

woensdag 15 augustus 2012

De kids

‘Geen van de kids bleef in Hoenkoop,’ schreef iemand een paar dagen geleden op dit blog. Ik weet niet waar Hoenkoop ligt of gelegen heeft, maar ik schat dat het in Zuid-Holland ligt, ik ben ook te lui om het op te zoeken. Maar het gaat mij om de kids. Dat is nu eens een term die u nooit zult tegenkomen in mijn stukjes, en ik weet eigenlijk niet goed waarom dat is.
‘Kids’ is even duidelijk als ‘kinderen’, maar korter dus sms-baarder. Ik heb in mijn leven nog nooit een sms-bericht verstuurd, maar ik weet dat sommigen korte woordjes prefereren boven langere. Eigenlijk ben ik daar zelf ook een voorbeeld van: ik hoop steeds zo duidelijk mogelijk en eenvoudig mogelijk te schrijven, zodat een kind van 14 ook kan begrijpen wat er staat. Toch krijg ik ‘kids’ niet uit mijn pen.
Het zou ermee te maken kunnen hebben dat ik geen satire bedrijf in mijn schrijfsels. Ik zal in een verhaaltje over een slager niet gauw de naam Ossepoot voor die slager bedenken, voor een verhaal over een atleet niet de naam Snel. Dat laat ik over aan de Nederlandse cabaretiers, maar ik heb u, lezer, voor zulke goedkope grappenmakerij te hoog zitten. En met ‘kids’ probeer je toch de lachers enigszins op je hand te krijgen.
Een paar dagen geleden was er een wolkbreuk boven Egmond aan Zee, net op het moment dat ik in de C1000 was. Het regende zeer hard, met donder en bliksem erbij, dus we wachtten kalm af in de hal van de supermarkt. Het was rond kwart over één, we stonden daar met een man of twintig, onder wie een man van ongeveer 35 jaar met keurig hoofdhaar en een zeer scherp gesneden ringbaardje. Kleding: casual, maar zeer netjes. Aan zijn voeten: zwarte sandalen. Ik probeerde hem te determineren: vast geen schaker, ook geen groot lezer. Zijn beroep? Iets in de financiën, de administratie of de hogere ambtenarij. Niet iets academisch, en ook geen huisarts of chirurg. Ik besloot tenslotte tot het beroep van manager van een verzorgingstehuis.
We begonnen allemaal gesprekjes te voeren met elkaar, want de wolkbreuk duurde maar door – ik hoop dat het rioleringsstelsel van Egmond aan Zee het aan heeft gekund. Ik sprak met een ‘vrouw uit het volk’, die ik nooit eerder had gezien, over de voordelen van zomerse regen: de boeren varen er wel bij, zei ik. Deze stelling werd vlot beaamd met ‘Zo kàjje d’r ook tegenaan kijken’. Ik wilde verdergaan met de verfrissende werking die er uitging van een flinke bui op de natuur, maar dat hield ik in omdat de manager tegen een andere vrouw iets stond uit te leggen over de scheiding van zijn vrouw. Zij vroeg hoe zijn voormalige vrouw eronder gebukt ging. Hij: ‘Ze houdt zich goed, hoor.’ Zij: ‘En de kinderen?’ Hij: ‘De kids zullen het wel overleven.’
Ik besloot zijn portret tot een einde te brengen. Hij zou wel GroenLinks stemmen, maar hij zou eigenlijk VVD-er willen zijn, want dan kun je eindeloos zeggen dat je ergens de stekker uit wilt trekken. En toen was de wolkbreuk voorbij.

Foto: Pylgeralmanak.

dinsdag 14 augustus 2012

Stemwijzer

Nu de sportzomer, met zijn voetbal, tennis, wielrennen en olympische spelen, weer voorbij is (ik vond het haast teveel en ik heb alleen genoten van het tennis en van een paar olympische sporten; het voetbal was niet om aan te zien, op de finalewedstrijd na. De Tour de France kende ook geen verrassingen, ik vind de Ronde van Italië een stuk leuker om te bekijken. Over de olympische spelen laat zich nog dit zeggen: ik las ergens dat ze zo godvergemes veel geld kosten, dat het verstandig zou zijn de spelen definitief toe te wijzen aan Griekenland. Een goed plan leek me dat) nu dat allemaal over is, is er weer een Stemwijzer.
Ik vind het wel een handig ding: aan de hand van 30 stellingen kun je zo ongeveer bepalen waar je stem naar toe zou moeten gaan. Ook goed was dat je daarna kon zeggen op welke partijen je sowieso niet en eventueel wel zou willen stemmen. Dus ik heb de VVD, de PVV en alle christelijk georiënteerde partijen buitengesloten en alleen D66 en de linkse partijen toegelaten. Uitkomst van mijn proef op de Stemwijzer: ik ben het voor tweederde eens met de PvdA en ook met GroenLinks, wat minder met de SP en ongeveer voor de helft met D66. Dat had ik ook wel ongeveer gedacht van tevoren.
Van die 30 stellingen waren er veel interessant om over na te denken. Eerste stelling: ‘Het tekort op de begroting mag in 2013 niet meer dan 3% bedragen.’ Tja. Je moet ‘Eens’, ‘Oneens’ of ‘Geen van beide’ inklikken. Ik heb op ‘Oneens’ geklikt, want die 3% is ook maar een norm die indertijd is gekozen. Ik zie geen reden waarom je je daaraan zou moeten houden.
Tweede stelling: ‘Het aantal leden van de Tweede Kamer moet 150 blijven.’ Daar moet men het wel mee oneens zijn. Het aantal Kamerleden moet niet terug naar 100 of zelfs 75. Maar je kunt je wel voorstellen dat, bijvoorbeeld in het geval van een Parlementaire Enquête, een stuk of tien terzakekundigen worden aangesteld. Dat getal van 150 Kamerleden is ook ooit vastgesteld trouwens en ik zie wederom geen reden waarom je er niet van zou mogen afwijken.
Derde stelling: ‘Alle coffeeshops in Nederland moeten dicht.’ Oneens. We moeten geen war on drugs in Nederland beginnen, die is ook in Amerika al verloren. Ik vind dat trouwens alle drugs vrij verkrijgbaar zouden moeten zijn. Dat geeft de mogelijkheid van accijnsheffing, en dat sluit een niet gering gedeelte van de criminaliteit uit.
Stelling 7: ‘Er moet Europees toezicht op banken komen.’ Dat is een zeer moeilijke. Ik vind dat we terug moeten gaan naar de toestand van ongeveer 50 jaar geleden, m.a.w. zakenbanken scheiden van de spaarbanken. Hypotheken worden verstrekt door een Rijksbank. Maar tot het zover is, moet er misschien meer toezicht komen op de bankiers, ja.
Stelling 13: ‘Het auteursrecht op internet moet streng worden gehandhaafd.’ Deze stelling heb ik maar met ‘Oneens’ beantwoord, want ik vind al dat strenge handhaven door een overheid verkeerd. Er zijn natuurlijk regels waaraan we ons moeten houden en daar houden we ons dan ook aan, en de overheid moet daar zo’n beetje op toezien. Veel meer moet een overheid niet willen doen.
En zo waren er meer stellingen, bijvoorbeeld deze: ‘De bouw van nieuwe moskeeën moet worden gestopt.’ Daar heb ik me ook oneens mee verklaard: ik ben wel van God of Allah los, maar als iemand dat nou wil: prima, ga je gang. Verwacht alleen geen cent van de overheid.
Ik miste zoals gewoonlijk weer stellingen over de doodstraf, over de strafbaarstelling van het innen en het uitdelen van bonussen, vertrekpremies e.d. Verder kan het leger wel wegbezuinigd worden, dat ben ik met Max Pam eens, want een leger voert niets nuttigs uit. Dan kom je makkelijk onder die 3% uit.

maandag 13 augustus 2012

Het Woord van God

Over ongelovigen en gelovigen. Ik ben een ongelovige hond. Ik redeneer zo. Het universum bestaat ongeveer 12½ miljard jaar. God heeft alles geschapen? Dan moet hij er 12½ miljard jaar geleden geweest zijn. In wat voor vorm? Toch minstens in een intelligente, moleculaire vorm. Maar moleculen bestonden toen nog helemaal niet. All right, dan in een andere vorm. Welke vorm dan? Een geestelijke vorm? Geesten bestonden toen niet en nu nog steeds niet, het spijt me. Ja, in uw hoofd misschien.
Dus: totdat er bewijs geleverd wordt, kan ik geen geloof serieus nemen, zoals ik ook de homeopathie of de nieuwe kniehuppeltherapie niet serieus kan nemen. Dat die 12½ miljard jaar oude God ook ons mensen geschapen zou hebben en dat Hij ook belang stelt in ons dagelijkse wel en wee – dat is allemaal aardig bedacht, maar natuurlijk onzin.
Dat is kortweg gezegd mijn visie op dit probleem, en ik zeg dit omdat het laatstelijk op dit blog tot veel keurige en minder keurige reacties heeft geleid, zoals een reactie van iemand die zei dat veel wetenschappers toch nette christenen zouden zijn. Ik zou zeggen: tél die wetenschappers dan eens, die christen zouden zijn. Buiten het vak van de theologie kom je er niet zoveel tegen, is mijn schatting. Mijn schatting is: 99% van de wetenschappers is níet christelijk of islamiet of weet ik van welk ander geloof. En uiteraard niet: ze hebben méér gelezen dan één boek, dus ze weten wat fabeltjes zijn en wat niet. Het lijkt mij de hoogste tijd om de fabeltjes over Jezus nu maar eens gelijk te stellen aan de fabeltjes over Thor, Ra, Zeus, Vishnu, Allah of een van de andere 3000 goden.
Ik kom uit de katholieke hoek, waar het Woord niet zozeer van God kwam, maar van de pastoor. Erg katholiek ben ik niet opgevoed (mijn vader en moeder noemden zich alleen maar katholiek) en afvallig worden was dus geen probleem. Ik weet dat dat heel anders kan zijn bij geloven die zichzelf serieuzer nemen dan het katholieke circus. Zou er nog één katholiek paar in Nederland zijn dat hun kinderen nog strikt katholiek opvoedt? Ik denk het eigenlijk niet, maar ik kan me natuurlijk vergissen.
Om die vergissing weg te halen, zou er weer eens een volkstelling, zoals in 1971, gehouden moeten worden. Bij die telling moest je ook invullen wat je geloofsovertuiging was. Als dat nog eens zou gebeuren, voorspel ik enorme veranderingen. Bij die volkstelling in 1971 (ik was toen achttien jaar) wilde ik bij ‘geloofsovertuiging’ invullen: ‘geen’. Maar dat vond mijn vader niet goed: ‘Je bent nog geen 21, dus je zet maar op dat formulier dat je katholiek bent.’ Zo gingen toen die dingen.
Volgens mij is de katholieke kerk op dit moment een tamelijk kleine sekte in Nederland, maar bewijzen kan ik het niet. De overheid zou, in plaats van een volkstelling, ook kunnen besluiten om de inschrijvingen tot lidmaatschap van een kerkgenootschap op nul te laten beginnen, en zeg op 1 januari 2013 te laten herstarten. Dan krijg je de ware getallen.

Foto: Een christelijk geschenk uit ‘Geloof en Kunst’.

zaterdag 11 augustus 2012

Hippies

De twee leukste atleten vond ik op deze Olympische Spelen: Tomasz Majewski, de Poolse winnaar van wederom het goud op het onderdeel kogelstoten, en de Rus Ivan Oechov, die het goud won bij het hoogspringen. Het zijn niet zulke gladgeschoren atleten, ze hebben integendeel een kop vol met haar en dat mag ik graag zien. Vooral de Russische chef de mission zal wel tegen Ivan gezegd hebben: ‘Doe eerst eens wat aan je haar, hippie! Je krijgt veel te veel luchtweerstand, als je springt!’ Maar Ivan deed niets aan zijn haar. Hij kan uit stand bijna nog hoger springen dan zijn tegenstanders na een aanloop. Hij is ook tien centimeter korter dan zijn tegenstanders, die allemaal zulke lange bonestaken zijn, want dat moet tegenwoordig: als je niet minstens één meter negentig bent en hoogstens 43 kilo weegt, dan kun je het wel vergeten als hoogspringer. Ivan heeft eenvoudig zijn beenspieren wat meer getraind, hij heeft een zéér gezond stel benen!, en bekommert zich niet zozeer om de techniek van de fosbury flop, want die oefent hij tamelijk nonchalant uit. ‘Springen doe je met je benen,’ moet hij denken, ‘je armen, je rug en je kont moeten gewoon zo’n beetje over de lat heen.’ (Die Edwin Pistorius heeft nu wel de 400 meter gekozen, hij had met die verende blades natuurlijk voor het hoogspringen moeten kiezen.)
Op het ereschavot stond Ivan Oechov tussen de zilveren medaillewinnaar en drie bronzen medaillewinnaars in: een Engelsman, een Canadees en iemand uit, meen ik, het Midden of Verre Oosten, dat ben ik vergeten. Ik vond dat vreemd: zo is het toch geen eer om derde te zijn geworden! Er was toch alle tijd en ruimte voor om de drie springers te laten afspringen over de hoogte die ze net niet gehaald hadden in de normale wedstrijd? Wie het het beste doet, krijgt het brons. Maar Ivan maakte het allemaal niet uit: die stond zo’n beetje te lachen op het podium. Hij lijkt mij een zeer aangenaam mens, met wie het goed toeven moet zijn. Als hij leest, zal hij waarschijnlijk een liefhebber van Toergenjev, Tsjechov en Nabokov zijn.
Een heel ander mens is Tomasz Majewski. Zijn haar is ongeveer een halve meter lang, tijdens de wedstrijden kogelstoten draagt hij het in een knotje achter op zijn hoofd en hij doet er dan ook nog een jaren zestig-hoofdband omheen. Op de foto hierboven ziet u hem tijdens het E.K. in Turijn van 2009 met dezelfde hoofdband als die hij op deze Olympische spelen droeg. Een smoezelig ding, niet? Maar alles is beter dan rond te lopen met een haarband met het logo van Nutricia of Coca Cola of weet ik welk ander merk.
Tijdens het spelen van het Poolse volkslied (‘Nog is Polen niet verloren’) zag ik hem een beetje grijnslachen. Hij zal ook wel niet bedacht zijn geweest op zo een slechte uitvoering. De volksliederen worden tijdens deze Olympische Spelen uitermate langzaam gespeeld, en ook nog met eigen arrangementen. Het Russische volkslied klonk ook al zo vreemd.
Majewski heeft in 2008 in Peking het goud gewonnen,  nu deed hij dat weer. In die tussenliggende jaren heeft hij nergens gewonnen, hij werd overal tweede, vierde, zevende. Nu won hij weer goud, na vier jaar. Toen hij net had gewonnen, schreeuwde hij: ‘Jahaha!’ op de toon van iemand die wil zeggen: ik heb jullie weer te pakken, broeders! Een aardig mens, ook.

Foto: Wikipedia.

donderdag 9 augustus 2012

Josef Baisz

Weet iemand van welk merk de auto’s zijn die in dit filmpje voorkomen? Het lijken mij Amerikaanse auto’s, maar ik kan me vergissen. Ik kan nog geen Simca van een Austin Martin onderscheiden, dus u kunt behulpzaam zijn, lieve dames en beste heren. Weest u het eens!
Ik ben ondertussen, behalve met de Olympische Spelen (die me eigenlijk geen reet interesseren, maar je kijkt naar die NOS-live streams, en je gaat van het boksen naar het gewichtheffen naar het volleybal. Je gaat dus niet naar het zeilen, het kruisboogschieten, het kakhokkie of het evenzeer gevreesde paardrijden. Het gewichtheffen is nu afgelopen, tenzij ze nog een gewichtklasse overhebben van 250 kg of meer, ik bedoel van de echte mastodonten, maar ik denk het niet. Het volleybal is sinds 1996 ook nauwelijks geëvolueerd, meende ik bekeken te hebben. Vooral het damesvolleybal staat stil. In het turnen gebeuren er wel nieuwe dingen: een atleet slaagt er heel soms in om een Van Gelder diréct te combineren met een Uchimara – ik verzin uiteraard wat namen – met een dubbele schroef, maar in het algemeen  laat zich zeggen dat er niks nieuws gebeurt. De marathon of de 10 kilometer waren doodnormaal. Niemand die onderweg een radslag maakte, bijvoorbeeld. Het fietsen op de baan was ook zo normaal, niemand die zich een breuk reed) ik ben ondertussen, zei ik, begonnen aan het herlezen van een roman van Dan Jacobson, die nu al wel ruim 80 jaar oud moet zijn: The confessions of Josef Baisz.
Dan Jacobson is een schrijver die ik vertrouw. Hij begint dat boek met een oude truc: hij stelt zich voor als vertaler van een manuscript, dat hem aangeleverd wordt. Dat komt altijd goed aan, tenminste bij mij. ‘Op een goede middag deed ik de deur open en daar stond mister X met een pakketje’ et cetera. Een goede manier om een roman te beginnen. Er zou eens een onderzoek moeten worden gedaan naar het aantal, ik denk: vooral Engelstalige romans, dat zo begint, en wannéér dat ooit is begonnen.
Die Josef Baisz is een zeer nare figuur: een beul van een niet bestaand land, dat overeenkomsten vertoont met Zuid-Afrika, dat toentertijd (hij schreef het boek in 1977) nog nauwelijks een lopend spoorwegnet had, om het zo maar te zeggen. Jacobson was een uit zijn land gevluchte blanke Zuidafrikaan. Het boek geeft de memoires van die meneer Baisz.
Ik verschil hierin met Karel van het Reve, die zich niet kon vinden in bijvoorbeeld de roman van Dostojevski, De gebroeders Karamazov. Hij zei ergens dat hij zich niet met ook maar één van de hoofdpersonen in een kamer zou willen bevinden, en dat hij het daarom een rot geschreven boek vond. Ik vind het ook een rot geschreven boek, punt uit. Dostojevski slaagt er niet in enig personage wat diepte te geven. Met Josef Baisz zou ik me ook niet in één kamer willen begeven, maar Jacobson is er wél in geslaagd hem toch wat menselijk te maken. Maar als er één boek is dat duidelijk maakt dat je met sommige mensen niets uitstaande wilt hebben, dan is het wel dit prachtige boek.

dinsdag 7 augustus 2012

De 100 meter

Ik schrijf dit op de avond van Usain Bolt, en niet op de avond van Jolande Withuis. Ik heb haar nog nooit gezien en ook vanavond heb ik het aan me voorbij laten gaan. Een sociologe die bij het NIOD iets aan de Tweede Wereldoorlog heeft gedaan... Die Jan Leyers krijgt ook wel de gásten, is het niet: een voormalig popzanger, een cabaretier en een sociologe. Godvergéme! Er bestaan toch nog wel een paar aardige wiskundigen, astronomen of desnoods gastronomen? Ik ben het overigens helemaal eens met Eva Schram, die zei dat die programma’s van Coen Verbraak een stuk leerzamer zijn dan Zomergasten. Het is inderdaad een beetje uit de tijd, zo’n lang interviewprogramma, waar niet in wordt gesneden omdat dat zo eerlijk is, nietwaar, maar waarin dus ook zo oeverloos wordt geoudehoerd. Dat geoudehoer wordt er door Coen Verbraak, of door zijn regisseur, uitgesneden, en terecht. We oudehoeren allemaal wel eens teveel, zegt u zelf, en u bent blij als het niet wordt uitgezonden.
Nog iets. Die gewoonte van sommige mensen om hun ‘eigen’ fragmenten aan te leveren als zij de gast van Zomergasten zouden zijn geweest – ik denk dat het al ongeveer zeven jaar lang het geval is. Die fragmenten interesseren mij en de meeste mensen niet. Voor Jolande Withuis had ik dit fragment bijvoorbeeld bedacht, maar ze zal wel dit stukje of iets dergelijks hebben gekozen. Ik weet het niet, want ik ben geen socioloog, en naar hun gedachten moet men altijd raden.
Nee! Het was de avond van Usain Bolt, die in 9.63 seconden de 100 meter afrondde te Londen. Als hij er nu maar ook een beetje gewoon over had gedaan, was het voor mij genoeg, maar hij maakte er weer een enorm gedoe van, met zelfs een koprol en een kus op het tartan enzovoorts, het duurde maar en het duurde maar, dat gedoe. Mijn advies – maar wie luistert er naar mij – aan het Internationaal Olympisch Comité (waar komt het woord Olùmpisch eigenlijk vandaan, zoals gebruikt door Erica Verkerk?) is: maak aan dat feestgewauwel een einde. Schoffel de atleten van de baan af, zodra ze hun kunstje hebben verricht. Juichen en uithuilen kunnen ze overal elders.
Daarmee zijn we weer bij Zomergasten. Het gewauwel van gast Vrienten – die best een goed lid van een groepje mag zijn geweest en die ook best een gewild schrijver van filmmuziek mag zijn geworden, ik doe daar niets aan af – en het gewauwel van gast Micha Wertheim, dat ik maar zéér ten dele heb gevolgd, gelukkig, want ik was bezig in een boek van Tijs Goldschmidt, al dat gewauwel interesseerde me maar matig.
Kunnen ze volgend jaar niet iemand als Goldschmidt uitnodigen? Of heb ik hem al gemist, de voorgaande jaren?

P.S. Die migraine-aanval (als het migraine was natuurlijk) van Jolande Withuis bewijst nog maar eens dat het beter is om een televisie-interviewprogramma à la Coen Verbraak te maken. Daar zaniken wij niet over.

zondag 5 augustus 2012

Beschaafd winnen

‘Kromowidjojo betekent: nette overwinning,’ begon ik mijn vertoog in de bus naar Alkmaar. Ik moest naar het ziekenhuis voor een controle van mijn hart en bloedvaten (ik lijd aan hartfalen – decompensatio cordis – van het type II à III: kortademigheid bij geringe tot matige inspanning, en snelle vermoeidheid. Tel daarbij op de etalagebenen, en dan weet u dat u me niet moet selecteren voor de volgende Olympische Spelen). Ik sprak met Engel de Groot uit Egmond aan Zee, een vreemde knakker die ik nog wel kende van twintig jaar geleden. Een man met veel te lang, grijs haar (hij ziet er nog steeds, hoewel hij al tegen de zestig loopt, uit als een hippie. Hij had vroeger een kunstmestbedrijf, maar dat heeft hij aan de kant gezet en toen is hij gaan werken in de Prins Hendrik Stichting, alhier, een bejaardentehuis. Hij werkt er nog steeds, in de keuken, naar ieders tevredenheid, hoor ik.)
‘Dus ze wint niet met een wereldrecord,’ zei Engel, ‘maar ze wint op een leuke wijze. Een aangename dame!’
‘Juist,’ zei ik. ‘Beschaafd winnen. Verder hebben wij daar in Londen weinig te zoeken, vrees ik. We hebben geen boksers, worstelaars of gewichtheffers die meetellen. We hebben wel een paard met Anneke van Dinges erop.’
‘Kruisveen.’
‘Die ja. Atletisch zijn we ook niet in beeld. Nee, het is een bar slechte zomer voor oranje. Kijk maar naar de Tour of naar het voetbal. In de winter ging er al één van het koninklijk huis in coma. Brr. En nu komen er nog verkiezingen ook! Wat ga jij stemmen, Engel?’
‘Ik ga niet stemmen, heb ik nog nooit van mijn leven gedaan.’
‘Ik ga wel stemmen, en wel op de mensjewieken van Nederland: de PvdA. Dus tégen de bolsjewieken van de SP. Je moet een gematigd linkse koers volgen in dit land, trouwens in elk land. Volgens mij dan.’
‘Wat vind jij dan van Europa?’
‘Dat moeten we vooral zo lang mogelijk bij elkaar zien te houden, want je weet wat er is gebeurd in de jaren 1914-1945. Dat wil zeggen, onze ouders en grootouders weten dat nog. Die zijn allang dood, maar wij weten het ook nog. Als we iets gelezen hebben, tenminste. Wantrouw dus iedereen die met Europa wil stoppen, de PVV en de SP bijvoorbeeld willen er eigenlijk een einde aan maken. Ik zeg: maak Turkije maar lid. Als ze het nog willen natuurlijk.’

donderdag 2 augustus 2012

Mijn stemadvies

‘Als je een jaartje vastzitten in een psychiatrische inrichting al teveel vindt voor je idealen, dan ben je een enorme sufferd,’ zei Jeanette. Ik denk er precies zo over, en ik zal u uitleggen waar we het over hadden. We hadden het over het verschil tussen Rusland en Nederland, en waar kwam dat door: door dit artikel in Sargasso, waar iemand in de reacties iets opmerkte over die halfkrankzinnige waxinelichtgooier, die toch maar mooi een jaar had vastgezeten, niet in een gevangenis, maar in een psychiatrische inrichting. Alsof dat vergelijkbaar is met de toestand in Rusland, waar zo’n waxinelichtgooier onmiddellijk platgespoten zou worden en daarna zou worden opgeborgen.
Er was ook nog een reactie van een meneer HPax, zo noemt hij zich, want anders dan ik durft hij zijn ware naam niet te noemen. Die meneer HPax zegt: ‘Namens wie spreek jij? Wees voortaan wat zorgvuldiger. Ik haat mensen die zonder mij, bij mij, namens mij hun mond brutaal open doen!’
Ik had gezegd: als je de toestand in Nederland met die in Rusland vergelijkt, valt die in Rusland in alle gevallen zeer slecht uit. Hoeveel zorgvuldiger kan ik zijn? Noem dan eens vijf voorbeelden van een betere toestand in Rusland dan in Nederland, zou ik denken. Dat doet hij natuurlijk niet. En ik open niet brutaal mijn mond namens of zonder of bij u, ik open gewoon mijn mond namens mezelf. Dat kan in Nederland, en niet in Rusland, meneer HPax. Godzijgeloofd, en onder meer daardoor is Nederland een beter land om in te wonen dan Rusland.
(Ik dacht dat we allemaal Karel van het Reve nog niet vergeten waren. Maar nee. Er zijn nog steeds uilskuikens die zeggen: ja, maar in Nederland gebeuren dat soort dingen óók! Het is alsof Andrej Tsjikatilo gelijk staat aan iemand die door het rode licht rijdt te Leek.)
Het zal u duidelijk zijn: mijn, en ook Jeanette’s stemadvies, is: stem PvdA. Geen revolutie, dat moeten we helemaal niet hebben (revoluties maken teveel kapot), dus geen SP, en ook geen GroenLinks, want dat moet eerst maar eens een andere leider zien te vinden – het is jammer dat Karin Spaink geen politieke ambities heeft, want ik zou haar onmiddellijk gesteund hebben. Stem maar PvdA. Ik weet ook wel dat die burgemeester van Utrecht niet deugt, en er zijn er nog wel meer die niet deugen. Breek me de bek niet open. En wat zo’n Diederik Samsom allemaal doet, ach ja. Ze hadden natuurlijk Ronald Plasterk moeten kiezen als lijsttrekker: een beschaafd, belezen mens. Op hem ga ik dus stemmen.
(Nog eens, meneer HPax: kunt u ook maar één ding noemen – het hoeven er geen vijf te zijn – waardoor het leven in Rusland u beter lijkt dan het leven in Nederland? De Russische ijsco schijnt inderdaad beter te zijn geweest, zo’n vijftig jaar geleden...)

Foto: Viktor Sjalamov (1907-1982), die 17 jaren vastzat in de Kolyma, en daarover prachtige verhalen heeft geschreven. De fotograaf is me niet bekend.