donderdag 9 augustus 2012

Josef Baisz

Weet iemand van welk merk de auto’s zijn die in dit filmpje voorkomen? Het lijken mij Amerikaanse auto’s, maar ik kan me vergissen. Ik kan nog geen Simca van een Austin Martin onderscheiden, dus u kunt behulpzaam zijn, lieve dames en beste heren. Weest u het eens!
Ik ben ondertussen, behalve met de Olympische Spelen (die me eigenlijk geen reet interesseren, maar je kijkt naar die NOS-live streams, en je gaat van het boksen naar het gewichtheffen naar het volleybal. Je gaat dus niet naar het zeilen, het kruisboogschieten, het kakhokkie of het evenzeer gevreesde paardrijden. Het gewichtheffen is nu afgelopen, tenzij ze nog een gewichtklasse overhebben van 250 kg of meer, ik bedoel van de echte mastodonten, maar ik denk het niet. Het volleybal is sinds 1996 ook nauwelijks geëvolueerd, meende ik bekeken te hebben. Vooral het damesvolleybal staat stil. In het turnen gebeuren er wel nieuwe dingen: een atleet slaagt er heel soms in om een Van Gelder diréct te combineren met een Uchimara – ik verzin uiteraard wat namen – met een dubbele schroef, maar in het algemeen  laat zich zeggen dat er niks nieuws gebeurt. De marathon of de 10 kilometer waren doodnormaal. Niemand die onderweg een radslag maakte, bijvoorbeeld. Het fietsen op de baan was ook zo normaal, niemand die zich een breuk reed) ik ben ondertussen, zei ik, begonnen aan het herlezen van een roman van Dan Jacobson, die nu al wel ruim 80 jaar oud moet zijn: The confessions of Josef Baisz.
Dan Jacobson is een schrijver die ik vertrouw. Hij begint dat boek met een oude truc: hij stelt zich voor als vertaler van een manuscript, dat hem aangeleverd wordt. Dat komt altijd goed aan, tenminste bij mij. ‘Op een goede middag deed ik de deur open en daar stond mister X met een pakketje’ et cetera. Een goede manier om een roman te beginnen. Er zou eens een onderzoek moeten worden gedaan naar het aantal, ik denk: vooral Engelstalige romans, dat zo begint, en wannéér dat ooit is begonnen.
Die Josef Baisz is een zeer nare figuur: een beul van een niet bestaand land, dat overeenkomsten vertoont met Zuid-Afrika, dat toentertijd (hij schreef het boek in 1977) nog nauwelijks een lopend spoorwegnet had, om het zo maar te zeggen. Jacobson was een uit zijn land gevluchte blanke Zuidafrikaan. Het boek geeft de memoires van die meneer Baisz.
Ik verschil hierin met Karel van het Reve, die zich niet kon vinden in bijvoorbeeld de roman van Dostojevski, De gebroeders Karamazov. Hij zei ergens dat hij zich niet met ook maar één van de hoofdpersonen in een kamer zou willen bevinden, en dat hij het daarom een rot geschreven boek vond. Ik vind het ook een rot geschreven boek, punt uit. Dostojevski slaagt er niet in enig personage wat diepte te geven. Met Josef Baisz zou ik me ook niet in één kamer willen begeven, maar Jacobson is er wél in geslaagd hem toch wat menselijk te maken. Maar als er één boek is dat duidelijk maakt dat je met sommige mensen niets uitstaande wilt hebben, dan is het wel dit prachtige boek.

1 opmerking:

  1. Goed Goed interesserenonderwerp hield van het.. Bedankt voor het delen van partner.

    BeantwoordenVerwijderen