dinsdag 3 april 2012

352. U moet er ook iets van leren

Mannen hebben normaal gesproken een naam die uit één lettergreep bestaat: Klaas, Ben, Kees, Jan, James, Piet, Geert, Mark, Gijs, Ad, Wout, Bob, Max, Ben etc. Je kunt in een fictief verhaal bijvoorbeeld niet een figuur laten optreden die Edwin heet. Ik ken wel twee Edwins: een verre vriend en Edvin Kallstenius, de Zweedse componist. Die twee hebben niet het Edwiniaanse waarmee je een personage onbedoeld opzadelt. Maar de tijden dat je Johannes de Grappenmaker kon opvoeren zijn inmiddels vijfhonderd jaar voorbij. De jaren dat serieus de naam Adriaan in een roman wordt voorgesteld, zijn hopelijk ook voorgoed voorbij.
Je kiest dus de meest gemiddelde voornaam. Jan dus. (Ben is ook een geweldige voornaam.) U weet misschien dat Ruth Rendell in haar romans de meest gewone, de meest onnozele en betekenisloze namen gebruikte. Terecht. John Harmond is zo’n naam. Ze noemde een serial killer niet Johnny Bind. Ook niet John Harmony.
Goed, Jan heet hij dus, onze hoofdpersoon. En verder? Bijvoorbeeld: Blok. Prima naam: Jan Blok. Betekent niets, suggereert ook niets. Jan Blok wordt de hoofdpersoon in je misdaadroman, of in je roman vol ethische bespiegelingen. Laat u zich, collega’s, niet verleiden tot het kiezen van een naam als Jan Klok of Jan Slok. U weet nu waarom.
(Hier kreeg ik, bij een voorpublicatie van dit stukje op Facebook, commentaar van mevrouw C. de Goede-Blok uit Fijnaart, N.Br.: ‘Mijn Jan is een man van stavast en van de puntjes op de i. Helaas is hij ongeschikt voor het werk in de tuin. Dat doe ik dus zelf. Ik hoop dat u uw Jan Blok niet uit Fijnaart laat komen, want dat geeft scheve gezichten.’)
Dank voor uw opmerkzaamheid, mevrouw. Nee, uit Fijnaart zal hij niet komen, dat beloof ik u, hoe een mooi dorp Fijnaart ook zal zijn. Scheve gezichten, daar moeten wij ook niets van hebben.
U moogt uiteraard als zijn woonplaats, en dat is wel het veiligste, Dirkswoud kiezen. De inwoners van Dirkswoud zullen er niet van opkijken. Ook heel veilig is: Jan Blok in het begin van het verhaal laten verhuizen van een niet genoemd dorp naar bijvoorbeeld Amsterdam, alwaar zijn criminele carrière een aanvang neemt.
Ikzelf zou ervoor kiezen een ongeveer 60-jarige Jan Blok uit Limmen (N.H.) te laten komen, want daar, weet ik zeker, woonde toen althans geen Jan Blok. Bovendien kén ik Limmen, al is er in de jaren zeventig en tachtig veel veranderd, veel verwoest en veel bijgebouwd.
Zo heeft u enige nuttige tips gehad voor het schrijven van uw boek.

1 opmerking: