zondag 3 juni 2012

Mijn eerste werkdag

Mijn eerste werkdag begon op een maandagochtend in de zomer van 1966. Ik was nog geen dertien jaar, ik was overgegaan van de eerste naar de tweede klas van het middelbaar onderwijs en ik vond: nu geld verdienen, niet voor een te vieren vakantie, maar voor te kopen boeken. Ik had op jongere leeftijd al een centje bijverdiend in de plaatselijke Vivo-supermarkt, door ‘zakjes te vullen’ in het magazijn, maar dat was geen echt werk. (Vroeger werden op het adres van de Vivo-winkels grote zakken met bijvoorbeeld hagelslag of pinda’s, bruine suiker of broodkruim afgeleverd. Die spullen moesten dan afgewogen en in kleine zakjes worden gedaan.)
Het werk dat ik ging doen was bollen pellen, hoofdzakelijk tulpenbollen, maar later in de zomer kwamen daar ook de vervelende (want kleinere) crocusbolletjes bij. Ik deed dat werk in een schuur van een bloembolleneigenaar, waar nog tien of twaalf andere bollenpellers zaten. Je kreeg betaald per mand gepelde bollen, ik meen één gulden vijftig. Als je het werk een beetje beheerste, kon je acht manden per dag doen, dus zeg maar een tientje binnenhalen. Dat was een zeer mooi bedrag in 1966.
Ik kwam, op een ouderwetse keukenstoel, te zitten tussen twee dames van, denk ik nu, ongeveer 17 jaar. Toen dacht ik dat ze ruim over de dertig waren. Ik ging zitten terwijl ik ze beiden toeknikte, ongeveer zoals de Japanners elkaar toeknikken. Mijn groetknik heeft altijd iets ouderwets gehad, ik weet het, denkt u maar aan de sumo-worstelaars als ze de ring inkomen. Dus het was al gauw van ‘wie hebben we daar?’ en ik antwoordde op die vraag: ‘Ben J.M. Hoogeboom, aangenaam!’
Het geschater begon een aanvang te nemen.
Ik had mij terdege voorbereid op deze eerste werkdag en ging aldus verder: ‘Ik ken nog een hit song uit de Verenigde Staten van Amerika, en die zal ik u nu voorzingen. A star is ri-i-i-i-sing...’ Geschater alom, en aangemoedigd door dit succes ging ik verder: ‘Nu een rekenkundig wondertje. Weest u even stil en luistert u goed. Negen plus twee is elf. Negen min twee is zeven. Elf en zeven. Negen maal twee is achttien. Achttien is elf plus zeven. En dit gaat, heb ik afgelopen week gezien, alleen maar op wanneer je met twee werkt. Want gaat u maar na...’
Toen tikte een voorman, of weet ik hoe zo iemand heet in de bollenpellerij, me op de schouder: ‘Bollen zijn dáár, hufter.’ ‘Jazeker meneer,’ bracht ik uit ‘neemt u me niet kwalijk.’ Maar ik was geslaagd in mijn opzet: gezien te worden als een intelligent, goed zingend, maar beleefd persoon.

5 opmerkingen:

  1. Ben, mag ik een advies aan je vragen? Ken jij de roman Viktor Vavitsj, van de schrijver Boris Zjitkov? Net opnieuw vertaald door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes. Ik las een recensie die sloot af met de woorden: wereldwijd geldt het als meesterwerk. Jaja, denk jij daar ook zo over? Moet men het aanschaffen (50 euro...) en lezen?

    http://pieterboulogne.wordpress.com/

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nee, ik ken dat boek niet en ik had ook nog nooit gehoord van Boris Zjitkov. Het is overigens niet opnieuw vertaald door B & W, het is voor het eerst vertaald. Ik zal het zeker gaan kopen, want ik houd zeer van de literatuur uit die vroegstalinistische tijd.
    Ik voel aan mijn water, om het zo maar eens te zeggen, dat die wereldwijde bekendheid als meesterwerk wel eens zou kunnen kloppen. Ze zeiden hetzelfde bij Gapende Hoogten van Zinovjev, of bij Life and Fate van Vasily Grossman, of bij Tsjevengoer van Anton Platonov. Daar klopte het ook bij.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dank voor de reactie. Ja, het is voor het eerst vertaald en niet voor de tweede keer. Ik maakte die fout omdat ik in de NRC van afgelopen vrijdag die lovende recensie over die hertaling van Gogol las. Alles was daar even subliem en schitterend. En die recensie over Viktor Vavitsj las ik in Trouw.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Gogol vind ik – ik zeg het alleen als je belooft het niet door te vertellen – een tamelijk slechte schrijver. Iedereen vindt hem zo grappig, maar dat valt wel mee, vind ik. De eerste helft van zijn Dode Zielen is wel acceptabel, maar dan heb je het eigenlijk wel gehad.

    Er werd net op de deur geklopt, het was een ongeveer 20-jarige jongeman die werkte voor Oxxion of in elk geval zo’n soort naam. Ze zijn blijkbaar bezig klanten te pikken van Nuon, want ik zag al de hele dag zulke jongemannetjes door Egmond aan Zee dwalen. Ik heb maar gezegd dat ik teveel slechts op het internet over Oxxion had gelezen om ooit voor hun producten te kiezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Nogmaals dank Ben. En ik heb net, toen jij de colporteurs van OXXION afpoeierde, gebladerd door die net door mij ontdekte site http://pieterboulogne.wordpress.com/ Hij schrijft voornamelijk over Russen. Erg interessant.

    BeantwoordenVerwijderen