maandag 25 juni 2012

Postmoderne recensie

Ik lees de stukken in VN’s Republiek graag, even graag als de stukken op De Contrabas of op Achille van den Branden, maar waar ik in die stukken niet goed tegenkan is wanneer er gesproken wordt van bijvoorbeeld ‘dit postmoderne meesterwerk’. Dan lees ik dat stuk niet uit, want ik weet dat ik me teveel ga ergeren. Dan ga ik verder met een bericht uit de Volkskrant of de NRC over wederom ‘een uitslaande brand in een bedrijfspand’ te Nuenen of Schinveld of Koog aan de Zaan, zoals we bijna dagelijks kunnen lezen. Het betreft bijna steeds branden in bedrijven die – maar blijf bij je onderwerp, jongen.
Ik wil wel eens weten wat een postmoderne roman is. Welke van de 1001 definities men gekozen heeft. Als je praat over gotische architectuur of barokmuziek of kubistische schilderkunst, dan weet je bij benadering wat er wordt bedoeld. Het begrip ‘postmodern’ wordt gebruikt voor van alles: beeldende kunst, filosofie, films, architectuur, muziek, psychologie, literatuur, dans, zelfs moeten er op deze wereld postmoderne christenen bestaan. Wat de schrijvers bedoeld hebben met die ‘postmoderne roman’, anders en meer dan dat die roman geschreven is na 1945, dat zeggen ze er nooit bij.
Catch-22 en American psycho en Enige defecten van Loesberg zijn drie romans die ‘postmodern’ zijn genoemd. Toch hebben ze niets gemeen, qua stijl of qua opbouw, ik kan althans niets ontdekken. Het postmoderne is in Amerika uitgevonden in het begin van de jaren vijftig, en is in het midden van de jaren zeventig in Nederland ontdekt. Ik weet niet waar. Ik denk dat er artikelen hebben gestaan in De gids en in Raster, maar ik las die artikelen nooit, want ik had wel iets beters te doen. Zo ongeveer het eerste boek in Nederland waar het etiket van de postmoderniteit op werd gelegd, was in 1974 dat boek van Loesberg.
Postmoderne christenen... Laat ik daar nu even niets over zeggen.
Die drie romans die ik net noem, vind ik alledrie heel leesbaar, maar ze halen het natuurlijk niet bij boeken zoals Gapende hoogten van Zinovjev of Viktor Vavitsj van Boris Zjitkov. Het boek van Zinovjev is een satirisch hoogtepunt, waar de Nederlandse cabaretier nog heel wat van zou kunnen leren. Het boek van Zjitkov is een beschrijving van de toestand in Rusland in 1905. Een revolutiejaar. Het gistte in die maatschappij, de tsaar gaf een paar dingen toe, hield andere dingen weer tegen. Er kwamen pogroms tegen de joden, een beetje zoals dat in de knieën schieten van Marokkaanse voetbalsupporters, zoals voorgesteld door de heer Wilders – maar dan echt. Dat boek begint met het eerste hoofdstuk ‘Geweer in de aanslag’ aldus: ‘Een zonnige dag was over de stad uitgestroomd. Rond het middaguur lagen de verlaten straten op apegapen.’
Ik weet niet of dat ‘uitgestroomd’ wel een goede vertaling was, maar de bedoeling is wel duidelijk: in dit boek weet je direct dat er iets dreigends staat te gebeuren. Iets dat maar 12 jaar later tot de echte revolutie zou leiden. Het boek is geschreven in het begin van de jaren dertig (lang voordat die postmoderne onzin werd bedacht), werd verboden en werd pas in 1999 herontdekt en in het Russisch gepubliceerd. U moet dit boek lezen, of lenen bij uw bibliotheek, want het kost, met die 700 pagina’s, wel 50 euro.

Foto: omslag van de Nederlandse editie van Uitgeverij Atlas van Viktor Vavitsj, met een afbeelding van Het schot, schilderij van S.V. Ivanov (1905).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten