dinsdag 20 juli 2010

258. Als er geen weg terug meer is

Ik leef in betrekkelijke eenzaamheid, en zo heb ik mijn hele leven doorgebracht. Op de laatste vier jaar na. Toen heb ik een vrouw bemind: Alice. Ze is nu alweer anderhalve maand geleden doodgegaan.
Ik denk dagelijks aan haar terug, of zeg maar gerust: uurlijks. Ik denk terug aan de maaltijden die ik voor haar gekookt heb (zij kookte nooit, of ja, één keer heeft ze gekookt voor ons beiden). Die maaltijden hadden een saus of een jus met daarin, naast dingen als gember, knoflook en sambal oelek, een heel klein beetje trassi. Dat heb ik haar nooit gezegd. Ze vond het heerlijk.
Zo heeft ze mij, ongeveer een jaar geleden, bekend gemaakt met pinda bravoe. Dat is Surinaamse pindasoep. U moet het maar eens opgooglen en ook zelf pinda bravoe maken. Mijn tip: neem geen kip, maar neem een stevige witte vis (in stukjes) en doe er op het laatst roze garnaaltjes in. U zult er uw handen bij opeten, bij deze pindavissoep.
Ik mis haar aanwezigheid, maar ik mis ook de vele mails die we elkaar stuurden als zij in Voorburg en ik in Egmond aan Zee was. Ze is in die vier jaar bij elkaar ongeveer driekwart jaar in Egmond aan Zee geweest, eerst was dat een dagje, toen twee drie dagen, later een week, twee weken, een maand. Totdat ze tenslotte op zondag 18 april arriveerde met Tom van de SDK, die een wagentje met spullen achter zijn auto had gedaan.
Ze was toen al zeer verzwakt, door de longontsteking en de slokdarmkanker die ze kort ervoor had opgelopen. Ze kon nauwelijks meer de trap oplopen. Na een week of vier liepen we eens over de galerij, toen ze plotseling niet meer op haar benen kon staan. Ik heb haar toen de drempel van mijn huis over gesleept en haar in bed gekregen, Niet veel later belde ik dokter Smits. Dokter Smits kwam direct langs en zorgde ervoor dat de oncologisch wijkverpleegkundige direct kwam, en die zorgde voor de thuiszorg: een team van drie vier mensen die dagelijks langskwamen.
Ze zijn een grote steun geweest in de laatste week van Alice’s bestaan.
(De foto hierboven is Alice in 2004, twee jaar voordat ik haar leerde kennen.)

2 opmerkingen:

  1. Als je het nooit hebt gekend heb je, zonder het te weten, toch iets gemist denk ik.
    Het is altijd de moeite waard iemand te beminnen, ook al blijf je later verweesd achter. Je blijft hunkeren naar dat onvergetelijk moois dat je ervaren hebt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo is het precies, Josiane.
    Ik heb gelukkig mijn zussen en broer nog, en ik heb mijn goede humeur ook nog.
    Alice heeft mijn leven verrijkt, dat besef ik terdege. Ik ga af en toe in een hoekje zitten, ik zet de tv aan of ik zet een stukje muziek op van de soort waarvan we allebei hielden, en dan krijg ik een huilbui, maar het is niet meer de huilbui zoals ik ze had vlak na haar overlijden. Er zit nu, naast de droefenis over haar snelle dood, ook een element van dankbaarheid in.

    BeantwoordenVerwijderen