donderdag 11 maart 2010

222. Ik huilde alleen maar

Vanochtend was mijn broer Jaap er. Hij is een jaar of drie jonger dan ik en hij is van een snel uitstervend ras, hij is een ouderwets goede loodgieter. Wat hij niet weet over verwarming, isolatie, water en dakbedekking, is de moeite van het weten niet waard.
Ik heb een oude Fasto keukengeiser, die ‘het niet meer deed’, zoals ik hem gisteren telefonisch mededeelde. Hij gaf geen warm water meer.
‘Maar verder is alles goed?’ vroeg hij. ‘Ik kom morgenochtend.’
Het was een klein klusje, merkte ik. Jaap ontdekte de hoofdtoevoer van het water, die hij afsloot. Hij haalde de geiser van de muur af, totdat hij bij het membraan was, dat hij eruit haalde en mij liet zien: ‘Kijk, het euvel. Er zit een scheurtje in.’ Hij zette er een nieuw membraan in, en de geiser werkt weer prima.
‘De moderne loodgieter heeft geen apparatenkennis, hè,’ zei hij. ‘Die zegt: mevrouw, uw geiser is versleten. En die plaatst er doodgewoon een nieuwe geiser in. Ik niet.’
Jaap heeft het vak geleerd bij mijn vader, Wim Hoogeboom, die jarenlang ‘de loodgieter van Limmen’ was. Ook al zo’n vakman, maar toen was dat nog gewoon. Mijn vader is, veel te vroeg, in 1983 overleden aan een hersenbloeding. Het was een treurige tijd, ik was 29 jaar oud, en ik had last van depressies, ging naar psychiaters en kreeg allerhande medicamenten. Ik heb ook Anafranil gehad, net als Mike Boddé. Bij mij deed het niets.
Jaap heeft daar nooit last van gehad. Hij nam het bedrijf van mijn vader over. Hij heeft een zoon, die nu nog bij het Bergense bedrijf Locas werkt. Die zoon zal ongetwijfeld het bedrijf overnemen, als Jaap ermee stopt.

2 opmerkingen: