dinsdag 23 maart 2010

234. Vreemd genoeg

Er bestaat geen uitdrukking om het tegengestelde aan te geven: normaal genoeg, gewoon genoeg. Ook synoniemen zijn moeilijk aan te geven: raar genoeg, idioot genoeg, extreem genoeg. Het is een Nederlandse zegswijze (misschien ook een Vlaamse?) die precies aangeeft wat ze wil zeggen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld: dronken als een kanon. Ik ben in mijn leven twee keer dronken als een kanon geweest, maar vreemd genoeg heb ik er geen vaste herinnering meer aan. Ik weet nog slechts de bittere nasleep: de eerste keer (op mijn zestiende jaar) eindigde het in een greppel langs de weg. Daar was ik blijkbaar in gedonderd, met mijn fiets, en daar bleef ik maar slapen.
De tweede keer was ik twee- of drieëntwintig jaar. Die avond eindigde in Avenhorn. U moet maar eens kijken in uw atlas, beste lezers. Zo’n dertig kilometer vanwaar ik woonde. Ik was daar ’s middags met een paar gelijkgezinden naartoe gefietst, want er was iets in Avenhorn. Een expositie, meen ik, en daarna een restaurant en vervolgens zouden we allemaal weer terugfietsen.
Dat terugfietsen stuitte tijdens het restaurantbezoek op steeds grotere bezwaren. Want er zouden toch ook te Avenhorn nog wel café’s bestaan? Die bestonden inderdaad, ik meen zelfs dat er een ‘Het Hoekje’ bestond, café waarin wij onze intrek namen.
En daar namen wij ook echt onze intrek, tot sluitingstijd: één uur. Een verslag van de gesprekken met de inheemse bevolking is niet bewaard gebleven, geloof ik. Bewaard gebleven is in elk geval mijn herinnering aan de nachtelijke zoektocht (lopend, met de fiets nuchter aan de hand, gelukkig) naar een hotelletje, dat we uiteindelijk vonden in Opmeer. Toen was het drie uur ’s nachts.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten