Van 1603-1663 leefde Jozef van Cupertino, een wonderbaarlijke heilige. Hij kon, zei de kerk, vliegen. Niet met een raketmotortje op zijn rug, maar middels levitatie. Gelooft u het, geloof ik het ook.
Sinds de uitvinding van de fotografie en de filmcamera zijn zulke wonderen niet meer voorgekomen. Er zijn veel meer mensen dan in de 17e eeuw, en ook veel meer katholieken, maar wonderbaarlijke heiligen zijn er niet meer.
Vroeger had je nog vrouwen (Paula van Avila, Galla van Rome, Wilgefortis) die van God een baard kregen, maar dat is er tegenwoordig ook al niet meer bij. En in Lourdes wordt ook al niemand genezen, je kunt beter met je pis naar de dokter gaan.
Toch bestaan er nog wonderen. Niet wonderen die tegen de natuurwetten ingaan (zulke wonderen hebben ook nooit bestaan, het verhaal van die vliegende Jozef van Cupertino werd pas na zijn dood rondverteld, net als dat lopen over het water van Jezus), maar wonderen van schoonheid. Kijkt u bijvoorbeeld hier maar eens naar: Marslandschappen (dank je wel, Joop). Dat is toch oneindig veel mooier en interessanter dan dat geneuzel eerst over Marsmannetjes en later over UFO’s?
Maar echt een wonder vind ik de Hubble. Die heeft duizenden sterrenstelsels, nevels enzovoorts gefotografeerd. Zoals dit of dit. Wonderen waarvan ik dan wel niet in extase raak (ik ben in mijn leven nog nooit in extase gebracht, goddank) maar waarvan ik de schoonheid inzie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten