Stel, dat zo’n 150 jaar geleden besloten was om de Goldberg Variaties door een clavecinist of een pianist en een dirigent te laten spelen. En dat hetzelfde zou zijn gebeurd met sonates van Beethoven of de mazurka’s van Chopin. Het zou volstrekt normaal zijn dat je steeds met een dirigent zo’n stuk zou uitvoeren. Een kwartet van Schubert zou ook met dirigent worden uitgevoerd.
Het zou zomaar gekund hebben.
Dan zou er nog meer dan nu gebruikelijk is, gepraat worden over de interpretatie door de dirigent van Mozart of Haydn.
Maar stel nu eens dat het hele dirigentendom nooit was ingevoerd. Dat het zingen van stukken van Byrd of Tallis, het spelen van een concert van Bach of Mozart gewoon zonder dirigent zou geschieden. De mensen studeren hun stuk in, ze beginnen eenvoudig op een hoofdknikje van een van de zangers of violisten.
Er zou op de eerste plaats — tot mijn grote vreugde — niet gepraat worden over de interpretatie van zo’n werk, maar uitsluitend over het spelen van dat werk door de musici.
We zouden dan ook geen concertmeester hebben, zo’n man die er moet zijn (volgens Jaap van Zweden) om een goed contact te verkrijgen tussen het 0rkest en de dirigent.
Al zulke onzin zou er niet zijn. In plaats daarvan: het primaat van de musici.
Een heerlijke wereld.
maandag 5 oktober 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten