Ik bedoel natuurlijk: 67. Een heerlijke wereld. Als u 50 of 55 of 60 jaar bent en u bent bijvoorbeeld geen professor, bankier of politicus, dan bent u werkloos. Dus het zal u weinig uitmaken.
Mij maakt het ook weinig uit, hoor.
Hoe zal ik erover denken als ik 67 ben. Ik zou ten eerste van elke verantwoordelijkheid zijn ontslagen voor bijvoorbeeld: het milieu (dat is voor de latere generaties), het fileprobleem (idem), de problemen op de woningmarkt (idem), het koningshuis (daar maak ik me nu wel druk over, af en toe, maar: idem), het grote jeugdwerkloosheidsprobleem (idem, idem, idem) — als ik 67 zou worden, zou ik daar geen problemen meer in zien. Los ze op of los ze niet op, zou ik denken, stuur het hele koningshuis naar Mozambique en laat ze daar blijven. Enzovoorts.
Het lijkt me heerlijk!
Ik zou me verder nog bezig willen houden met de volgende vragen.
1. Als je alle uitvoeringen van de Goldberg Variaties neemt die de afgelopen 100 jaar zijn gemaakt. Hoe komt het dat iedereen, en ik ook, de uitvoeringen van Glenn Gould op de eerste plaats zet? Want over smaak valt te twisten.
2. Neem Martin Amis. Hoe kan het dat zo’n goede schrijver zulke geweldige passages kan schrijven, en mij toch niet echt kan boeien?
3. Hoe zou het komen dat in de Indische keuken nooit munt wordt gebruikt? Althans, ik lees er nooit iets over. Het zou een enorme verrijking zijn.
4. Hoe is het gekomen dat bijvoorbeeld Karel Appel een grotere naam heeft in Amerika dan in het Verenigd Koninkrijk? In de U.K. is toch een mens zoals Damien Hirst een grote naam? Toch?
5. Hoe zou het gekomen zijn dat we J.S. Bach altijd als het begin van de klassieke muziek hebben beschouwd (nou ja, ongeveer), terwijl we nu Byrd, Tallis, Palestrina als bijna even grote componisten zijn gaan zien?
6. Hoe komt het dat we zijn blijven geloven in een kolderfiguur als Jezus???
7. Hoe zou het toch komen dat een nummer als Whipping post altijd aan Frank Zappa wordt toegeschreven, terwijl het een nummer is van The Allman Brothers Band?
8. Hoe is het mogelijk dat we in Nederland verschillende soorten Nederlands blijven schrijven, terwijl de commissie Napels (2018) zulke duidelijke richtlijnen heeft vastgesteld?
dinsdag 6 oktober 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Het zijn wel vragen die wat oproepen bij de lezer? Het eerst dat in mij op komt is: Ja, waarom eigenlijk?
BeantwoordenVerwijderenDag Esther.
BeantwoordenVerwijderenTja, hoe moet ik het zeggen. Hoe komt zo’n stukje nu op papier? Op de eerste plaats kijk ik in mijn laatste stukje. Ik zoek een zinnetje dat als titel kan dienen voor mijn volgende stukje. Dat vind ik. Daar maak ik vervolgens een stukje bij. en daar vind ik een foto voor die ik erboven plak.
Zo is ook ‘Een heerlijke wereld’ ontstaan. En ik dacht meteen: het is stukje nummer 65. Dat moet eigenlijk 67 zijn. Daar was weer een leuk onderwerp! En ik stelde me voor wat ik dan zal doen. Bijvoorbeeld me bezig houden met die vragen.
Ach ja, de commissie Napels. Stelletje schertsfiguren. Over Martin Amis gesproken (daar hebben we natuurlijk al kort over gesproken bij onze gewaardeerde collega Wouter), ik denk dat je gelijk hebt, en dat een roman als Geld inderdaad lijdt onder de beperking van die ene persoon wiens zienswijze wij moeten volgen. Het krijgt iets monomaans, iets benauwends, iets claustrofobisch bijna. Heel knap, maar ik hield het niet vol. Bovendien was het allemaal zo illusieloos. Op zich hou ik wel van een portie illusieloosheid op z'n tijd, maar het kost me vaak zoveel energie om erin mee te gaan. Ik denk dat Martin Amis ook niet echt van mensen houdt. Dat hoeft natuurlijk ook niet, maar ik voor mij houd toch het meest van schrijvers die dat wel doen. Van de mens houden, bedoel ik, ondanks dat menselijk tekort. Of beter gezegd: mijn favoriete schrijvers omarmen dat menselijk tekort. Martin Amis verafschuwt het. Tenminste, in de boeken die ik van 'm gelezen heb.
BeantwoordenVerwijderenDag Max,
BeantwoordenVerwijderenDaar heb je helemaal gelijk in. Martin Amis houdt van mensen, bijv. vechters, die uitsluitend perfecte vechters zijn. Er zit in dat boek Money ook niet één personage waarmee ik wel eens een kroeg zou willen induiken.
Geef mij maar Tsjechov! Die had in zijn verhalen de hoogste mortaliteit, maar hij deed dat met mededogen.
En dat terwijl ik Money (ook in vertaling als Geld blijft het een goed boek)tot een van mijn favoriete boeken reken. En dat al meer dan 20 jaar. Zo grappig, zo hilarisch, zo goed geschreven. Het is amusement, tuurlijk, Leven & Lot, om maar iets anders te noemen, of Boze Geesten, snijden beslist meer hout, maar het is maar net op welk dieet je bent.
BeantwoordenVerwijderenLeven & Lot snijdt meer hout. Of Boze Geesten veel hout snijdt, weten alleen de liefhebbers van Dostojevski. Ik ben geen liefhebber van hem.
BeantwoordenVerwijderenDan heb ik honderd maal liever Martin Amis! Hij schrijft wel zeer kundig (en grappig en hilarisch en wat al niet), maar ik geloof dat het Poesjkin was die eens schreef: ‘Dichters moeten een beetje dom zijn.’