U kent de schrijfster Tonia van Leida (1873-1923) niet. Ik ken haar pas, sinds ik haar eerste en enige boek, Rouw ener vrouw uit 1917, ontdekt heb. Van Leida was een zeer ontwikkelde vrouw die zich ontwikkelde tot een van de eerste Nederlandse suffragettes. Toen haar een plaats aan de Leidse universiteit werd geweigerd (in 1895), geraakte ze eerst in wat tegenwoordig een depressie genoemd zou worden. Ze trok zich in 1899 terug in het Noordhollandse Dirkswoud, op het adres Noordvaart 89. Daar zou ze blijven wonen, totaan haar dood in 1923, die volgens medische verklaringen van die tijd aan schapenkoorts te wijten zou zijn geweest.
Hoe ziet Rouw ener vrouw er uit? Op het eerste gezicht is het een brij van woorden. Geen alinea-indeling, geen hoofdstukverdeling, maar 230 pagina’s met woorden. Die woorden zelf zijn opgebouwd uit de klinkers a, e, o en u, en de medeklinkers c, m, n, r, s, v, w, x en z. Ze schreef geheel in onderkast.
Ik vermoed dat ze weinig belangstelling had voor de letters b, h of y omdat die teveel zouden wijzen op de erecties die mannen, ook in hunne broeken, soms kunnen hebben. Van Leida wilde met haar boek aantonen dat mannen klunzige zakkenwassers waren.
Ik heb het geturfd. Het woord vrouw komt 813 keer voor, het woord man komt slechts 72 keer voor. Hoofdpersonen in het verhaal zijn ‘anna’ en ‘romano’, ze wonen in ‘namen’, besluiten terug te keren naar Nederland en te gaan wonen in ‘wassenaar’. Weer wat later trekken ze zich terug in ‘ursem’.
Pas veel later zou collega Battus in zijn Opperlandse taal- & letterkunde iets dergelijks doen in 06b: vrouwenzinnen. Maar hij gebruikte de letter i nog, en dat doet Van Leida niet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
U bent waarlijk een groot ambassadeur meneer Hoogeboom. Prachtig.
BeantwoordenVerwijderen