zondag 3 januari 2010

154. Het familieleven heeft altijd al mijn grootste belangstelling gehad

Ik ben een katholieke spruit. Ik ben de oudste van een gezin van negen kinderen. Het hadden er twaalf kunnen zijn: mijn moeder heeft nog twee miskramen gehad, en mijn anderhalf jaar oudere broertje ging dood aan leukemie, toen hij vier jaar was. Mijn ouders waren ook leden van grote, katholieke gezinnen.
Wij hebben ons best dus wel gedaan! Wij hebben de weiden bevolkt, dank u, en als je alle leden van de families Hoogeboom en De Zeeuw (mijn moeder heette zo) naast elkaar zou leggen, en je zou daar een omheining omheen willen plaatsen, dan zou je nog een week werk hebben!
Het aardige is dat je als lid van een groot gezin eigenlijk niet bent opgevoed. Ja, als je de ruit van de buurman met een voetbal kapotschoot, kon je van vaderlief een klap voor je kanis krijgen. Maar verder ging het niet. Van dingen als ‘je morele besef’ enzovoorts hadden wij nooit enige weet. Daar weet ik nog steeds niets van, trouwens.
Al die ethici die je tegenwoordig hebt, dat zijn volgens mij thuis enige kinderen geweest. Met van die ouders die altijd veel praatten met hun kind. Daar hadden mijn ouders geen tijd voor: moeder had het te druk met het huis en met het baren, vader ging elke ochtend het huis uit om de groenten en de pap te verdienen voor het hele gezin. Wijzelf gingen naar school en daar deden we ons best, punt uit.
Er is geen misdadiger in Nederland met de naam Hoogeboom of De Zeeuw. Er is ook geen moralist of ethicus met zulk een achternaam. We zijn allemaal betrekkelijk goed terechtgekomen: arm allemaal, ik ken tenminste geen miljonair van de naam Hoogeboom of De Zeeuw, maar niet armzalig. De een werkt in het ziekenhuis, de ander geeft pianolessen, weer een ander is loodgieter, en ik, ik schrijf elke dag een stukje.

2 opmerkingen:

  1. "Met van die ouders die altijd veel praatten met hun kind. Daar hadden mijn ouders geen tijd voor: moeder had het te druk met het huis en met het baren, vader ging elke ochtend het huis uit om de groenten en de pap te verdienen"

    Je ouders zijn dus bij mekaar gebleven. Da's toch heuzutage een statistisch wonder:als er nu een kind sterft, dan is de kans heel erg groot dat het huwelijk geen stand houdt (onpeilbaar, onbereikbaar verdriet, de ouders gaan uit elkaar, ze komen niet over het verdiet heen, de ouders bereiken mekaar niet meer. Misschien heeft dat te maken met het aantal: nu ongeveer 2 kinderen, toen: 10 kinderen. Cru (en heel erg oncorrect)gezegd: dan kun je er wel 1 missen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hier in het katholieke Wilde Westen wordt het verliezen van een kind niet als onoverkomelijk gezien. Je kunt er zo toch weer één maken?
    Mijn ouders hielden bovendien zeer van elkaar. Toen mijn vader stierf, na een hersenbloeding, eind 1983, was mijn moeder echt ontroostbaar. Ze heeft er zelf een einde aan gemaakt.

    BeantwoordenVerwijderen